e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoeselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
franciscaan bruine pater (lat.): Braunë pôtër (Hoeselt), franciscaan: Fransëskôon (Hoeselt) Een Franciscaan of Minderbroeder [bruine pater, de Broune, Minnebroor, broene paater]. [N 96D (1989)] III-3-3
franje fronjel: froanzjels (Hoeselt), frongelen (Hoeselt), [a/o?]  frangələn (Hoeselt), fronjeltje: frongelkes (Hoeselt) bedsprei met franjes [ZND 23 (1937)] || Franje. Een randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeen-gehouden [franje, franjel, fraling] [N 114 (2002)] III-1-3
frater heivink: heevink (Hoeselt) frater, steenkneuter III-4-1
fret fret: fret (Hoeselt), frèt (Hoeselt) fret: Hoe noemt u in uw dialect het marterachtige roofdier waarmee men jaagt op konijnen (het is de tamme albinovorm van de bunzing)? [N100 (1997)] III-4-2
frezen frezen: frēzǝ (Hoeselt) Het land met de frees bewerken. [N 27, 16 add.; div.] I-2
fris weer koud: kaat (Hoeselt) tamelijk koud, gezegd van het weer [koutig] [N 81 (1980)] III-4-4
fronsen fronsen: fronsen (Hoeselt, ... ), fronsë (Hoeselt) Fronsen: tot rimpels samentrekken, gezegd van wenkbrauwen en voorhoofd (fronsen, fronselen, rimpelen). [N 106 (2001)] || Fronsen: tot rimpels samentrekken, gezegd van wenkbrauwen en voorhoofd (fronsen, zich fronsen, fronselen, rimpelen). [N 84 (1981)] III-1-1
fruit eten sneuken: sneukë (Hoeselt) graag fruit eten III-2-3
fruiten bruin bakken: brawn bakke (Hoeselt) fruiten; Hoe noemt U: Vlees of uien bruin braden (fruiten, fritten) [N 80 (1980)] III-2-3
fruitworm appelmade: apəlmoͅi̯ (Hoeselt) worm die in een appel huist [pieremenneke] [N 26 (1964)] III-4-2