e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoeselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kienen kienen: kinnë (Hoeselt) Kienspel. III-3-2
kieskauwen langzaam eten: lansem ête (Hoeselt) zonder eetlust eten; Hoe noemt U: Traag en zonder eetlust eten (pieliën) [N 80 (1980)] III-2-3
kieskauwer lastige eter: lêstige êter (Hoeselt) lastig met eten; Hoe noemt U: Lastig met eten, gezegd van iemand die altijd weinig eet [N 80 (1980)] III-2-3
kieskauwerig moeilijk voor het eten: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  moelek ver het heten (Hoeselt) kieskeurig [ZND 27 (1938)] III-2-3
kieskeurig lastig: lêstich (Hoeselt) niet gauw tevreden met de kwaliteit van iets dat men wil aanschaffen; met een moeilijk te bevredigen smaak [kieskeurig, lekker, lakker] [N 85 (1981)] III-1-4
kietelen krevelen: krievĕle (Hoeselt) Kietelen, kriebelen: de huid op gevoelige plaatsen licht aanraken, bijv. uit plagerij; kriebelen (kietelen, kriebelen, kielen, kriekelen,krevelen). [N 84 (1981)] III-1-2
kieuwen kieuwen: kîwe (Hoeselt), vlimmen: ook in ZND 27, 084  vleume (Hoeselt) Hoe noemt u de vlezige platen aan de kop van een vis waardoor hij ademhaalt (kieuw, koen, wam) [N 83 (1981)] || kieuwen ve vis [ZND 01 (1922)] III-4-2
kievit kievit: Frings  kīwet (Hoeselt) kievit (31 ronde vleugels; kuifje; bekend van de eierenraperij [N 09 (1961)] III-4-1
kievitsbonen gespikkelde bonen: gespikkelde bône (Hoeselt) Een kievitsboon, een gespikkelde bruine boon (panachee, boterboon, kievitsboon, vreemdeboon, eitje, volterseke). [N 82 (1981)] I-7
kiezen uitkiezen: awt kieze (Hoeselt) een keus doen uit een aantal voorwerpen of personen [fineren, begeren, uitmunten, uitkiezen] [N 85 (1981)] III-1-4