e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoeselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kwaadspreekster kwaaitong: koj tong (Hoeselt) een vrouw die graag kwaad spreekt [kwadetong, vuiletong, kommeer, blameer, klapei] [N 85 (1981)] III-1-4
kwaadspreker kwaaitong: koj tong (Hoeselt) iemand die altijd kwaad spreekt van anderen [insteker] [N 85 (1981)] III-1-4
kwaal kwaal: kwôol (Hoeselt), slepende ziekte: slöpende zikte (Hoeselt) Kwaal: langdurige of telkens terugkerende ziekte (kwaal, klets, muik). [N 107 (2001)], [N 84 (1981)] III-1-2
kwaken kwaken: kwâke (Hoeselt) Hoe noemt u een kwakend geluid maken, gezegd van kikkers (kwaken) [N 83 (1981)] III-4-2
kwakzalver kwakzalver: kwakzalver (Hoeselt, ... ), kwakzalvër (Hoeselt) Kwakzalver: iemand die onbevoegd de geneeskunde beoefent en vaak nutteloze dingen, middelen tegen alle mogelijke ziektes verkoopt (charlatan, plak, polak, kwakkelaar, waterziender, pisdokter, kwakzalver). [N 84 (1981)] || Kwakzalver: iemand die onbevoegd de geneeskunde beoefent en vaak nutteloze dingen, middelen tegen alle mogelijke ziektes verkoopt (kwakzalver, kwakkelaar, pisdokter, wonderdokter, charlatan, polak). [N 107 (2001)] III-1-2
kwark fluitkaas: fleutkees (Hoeselt) platte kaas III-2-3
kwartel kwartel: Frings  kwatəl (Hoeselt) kwartel (18 kleine uitgave van patrijs [098], wat anders gekleurd en nu veel zeldzamer; zomervogel; vroeger erg geliefd vanwege de roep [kwik, wik-wik] [N 09 (1961)] III-4-1
kwartelkoning kwartel: Frings  kwatəl (Hoeselt) kwartelkoning (27 ook alleen te horen; s zomers; in grote weiland; tegen de avond en s nachts; zeldzaam; roep [rrerrrp, rrerrrp] of er over een kam wordt gestreken [N 09 (1961)] III-4-1
kwartje kwartje: ps. omgespeld volgens Frings.  kwartsə (Hoeselt) kwartje, een ~ [N 21 (1963)] III-3-1
kwastje aan een halsketting trosje: treuskes (Hoeselt) gouden kwastjes aan een halsketting [trosjes] [N 86 (1981)] III-1-3