id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
20123 | miauwen | miauwen: mijáu.ə (Hoeselt), mjawwe (Hoeselt) | Hoe noemt u het gewone stemgeluid van een kat (mauwen, kajauwen, jauwen, lollen, miauwen, janken, rallen) [N 83 (1981)] || miauwen [Goossens 1b (1960)] III-2-1 |
24901 | middag (s middags) | noen: nōēn (Hoeselt) | middag [RND] III-4-4 |
17838 | middagdutje | noenslaap: noenslwop (Hoeselt) | Slaapje na het middagmaal; middagdutje (noenslaap, middagslaap, dutje, loertje, dutten). [N 84 (1981)] III-1-2 |
17839 | middagdutje doen | noenslapen: noenslŏpe (Hoeselt) | middagdutje doen (dutten). [N 84 (1981)] III-1-2 |
17840 | middagdutje doen (b) | een oogje pitsen: en öske pitse (Hoeselt) | Dut: lichte of korte slaap (dut, hazeslaap, buts, slaapje, mufs, toer). [N 84 (1981)] III-1-2 |
20573 | middagmaal | noen, de -: nūn (Hoeselt), noeneten: noen êtë (Hoeselt), middag noen ête (Hoeselt) | maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || middag eten || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 12 uur [ZND 18G (1935)] III-2-3 |
17668 | middelvinger | middelste vinger: middelste vinger (Hoeselt), middelste vénger (Hoeselt), middëlstëvèngër (Hoeselt) | Middelvinger: de middelste, langste vinger (middelvinger, langelierboom, langeman). [N 84 (1981)] || Middelvinger: de middelste, langste vinger (middelvinger, middelste vinger, langeman, lang(st)e vinger). [N 106 (2001)] III-1-1 |
33785 | middendeel van het paard | romp: ro.mp (Hoeselt) | De middel- of middenhand van het paard, in tegenstelling met ''voorste deel van het paard tot achter de voorbenen'' (3.1.3) en ''achterhand van het paard'' (3.3.14). [JG 1a, 1b; N 8, 12] I-9 |
31586 | middennaafbanden | dombanden: dǫmbɛ̄n (Hoeselt), domringen: dǫmre̜ŋ (Hoeselt) | De ijzeren banden om het brede gedeelte van de naaf, aan weerszijden van de spaken. Zie ook afb. 214 en de lemmata ɛmuilbandɛ en ɛachternaafbandɛ.' [N G, 43e; N 17, 60; JG 1a; JG 1b; L 39, 22 add.; monogr.; div.] II-11 |
23358 | middenpad | middelste gang: middelste gank (Hoeselt) | De hoofdgang, de middengang van de kerk [middenpad?]. [N 96A (1989)] III-3-3 |