e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoeselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
olifant olifant: wo`llëfaant (Hoeselt) Olifant. III-3-2
omarmen omarmen: eumèrme (Hoeselt), rondpakken: rondpakke (Hoeselt) Met gestrekte armen omvatten ((om)vademen, (om)spannen, omarmen, (om)pakken) [N 108 (2001)] || omvatten, Met gestrekte armen ~ (vademen, omvademen, spannen, omarmen). [N 84 (1981)] III-1-2
omheinen vreden: vrēn (Hoeselt) Iets omgeven met een omheining, meest van toepassing op een weiland. [N 14, 63; L 32, 45; A 25, 9; Gwn 16, 11; Vld.; monogr.] I-8
omheining van het kerkhof kerkhofmuur: kerkefmoer (Hoeselt), kèrkëfmoer (Hoeselt) De muur, de omheining van het kerkhof [toen, toun, tuun?]. [N 96A (1989)] III-3-3
omhelzen rond de nek vallen: rond de nak valle (Hoeselt), rond de nek vliegen: rond de nak vliegë (Hoeselt) Omhelzen: iem. de armen om de hals slaan (omhelzen, om de hals/nek vallen, lief dujen) [N 108 (2001)] III-1-2
omhooggaan omhooggaan: emooch gŏan (Hoeselt), omhoog go’n (Hoeselt), omooch goan (Hoeselt) Omhooggaan, naar boven gaan (rijzen, (op)stijgen, omhoog gaan) [N 108 (2001)] || rijzen: Naar boven gaan, omhooggaan (rijzen, stijgen). [N 84 (1981)] III-1-2
omhulsel van het teellid sluis: slǫu̯s (Hoeselt) Schede van de roede. [JG, 1b; N 8, 36 en 37b] I-9
omslagdoek (alg.) plag: plax (Hoeselt) schouderdoek, wollen ~ of omslagdoek, soms ook wel over het hoofd gedragen [neus-, nuisdook, nuizek, nuzzing, plak, plaggen, sjelon, falie] [N 23 (1964)] III-1-3
omslagdoek onder mantel of jak sjaal: šāl (Hoeselt) omslagdoek die onder mantel of jak wordt gedragen [N 23 (1964)] III-1-3
omslagdoek over mantel of jak plag: plax (Hoeselt) omslagdoek die over mantel of jak wordt gedragen [N 23 (1964)] III-1-3