18406 |
parfum |
reuksel:
ruksel (Q077p Hoeselt, ...
Q077p Hoeselt)
|
Parfum. Reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur, reuksel] [N 114 (2002)] || reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
23283 |
parochie |
parochie:
përochë (Q077p Hoeselt),
`waar zich een kerk bevindt`
ene paroche (Q077p Hoeselt)
|
Een parochie. [N 96D (1989)] || Een parochie; dit woord kan betekenen zoals in het Nederl. "kerkelijke gemeente met een pastoor"ofwel eenvoudig "dorp"; welke betekenis heeft het bij u? [ZND 40 (1942)]
III-3-3
|
34479 |
pas uit het ei gekomen kipje |
kuikje:
kø̄kskǝ (Q077p Hoeselt),
kø̜kskǝ (Q077p Hoeselt)
|
[N 19, 40b]
I-12
|
23231 |
pasen |
pasen:
posse (Q077p Hoeselt),
pŏsse (Q077p Hoeselt)
|
Pasen [Paoësje, Oeëster]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
21217 |
pasfoto |
foto:
fottô (Q077p Hoeselt)
|
de foto zoals op paspoorten en dergelijke legitimatiepapieren moet worden aangebracht [tiptopje] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
34046 |
pasgeboren kalf |
nuchter kalf:
nyxtǝrǝ [kalf] (Q077p Hoeselt)
|
[N 3A, 15 en 20; N C, 6; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11
|
21202 |
paspoort |
pas:
pas (Q077p Hoeselt, ...
Q077p Hoeselt)
|
het bewijs van identiteit en toestemming om in het buitenland te mogen reizen [paspoort, pas] [N 90 (1982)] || het identiteitsbewijs door de regering aan een onderdaan verstrekt met het oog op een reis naar het buitenland [paspoort, pas] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18183 |
passen |
goed mikken:
(goed) mikke (Q077p Hoeselt),
mikken:
mikke (Q077p Hoeselt)
|
nauwkeurig sluiten, goed staan, gezegd van kleding [passen] [N 86 (1981)] || Passen. Nauwkeurig sluiten, goed staan, gezegd van kleding [passen, mikken] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
20749 |
pasteitje |
vid-tje:
vidékë (Q077p Hoeselt)
|
koninginnehapje, pasteitje
III-2-3
|
33561 |
pastinaak |
pastinaken:
bastinoken (Q077p Hoeselt),
pinksternaakjes:
pinksternaakes (Q077p Hoeselt)
|
pastinaak [ZND 05 (1924)]
I-7
|