e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoeselt

Overzicht

Gevonden: 5126
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bezig zijn ollig zijn: zin ollig met (Hoeselt) bezig zijn [ZND 19a (1936)] III-1-4
bezoek bezoek: bezuk (Hoeselt) de personen die op bezoek komen [bezoek, visite, volk] [N 87 (1981)] III-3-1
bezoeken bezoeken: bezukken (Hoeselt), bəžukən (Hoeselt), zikke bezukke (Hoeselt) een zieke bezoeken [randen] [N 87 (1981)] || Kom mij eens bezoeken. [ZND 21 (1936)] III-3-1
bezorgd ongerust: ongereus zien (Hoeselt) ongerust zijn, vol kommer en zorg zijn (d) [betusseld, betimperd, zorg hebben] [N 85 (1981)] III-1-4
bibberen beven: biēͅvən (Hoeselt), bibbelen: bubbele (Hoeselt, ... ) beven, bibberen [ZND 21 (1936)] III-1-2
biddag bedens: bèès (Hoeselt) Een dag van aanbidding van het Allerheiligste in de loop van het jaar, per parochie verschillend [biddag, bèèjdaag?]. [N 96B (1989)] III-3-3
bidden beden: bèèn (Hoeselt), bêën (Hoeselt), žiē moͅit bēͅən (Hoeselt), j uit het fransche alphabet  jiè mot bêën (Hoeselt) Bidden, beden, zich beden [bidde, bèèje, zich bèèje, zich bèëne?]. [N 96B (1989)] || Ge moet bidden (in de kerk). [ZND 21 (1936)] III-3-3
bidden uit dankbaarheid danken: dankə (Hoeselt) Bidden uit dankbaarheid [danke?]. [N 96B (1989)] III-3-3
bidprentje doodsbeeldje: dùdsbilsjë (Hoeselt) een bidprentje, doodsprentje, gedachtenisprentje, tijdens de uitvaartdient uitgereikt, "beeldje"[doeëdetsiddel] [N 96D (1989)] III-2-2
bidstond uurgebed: oergebed (Hoeselt) Een aanbiddingsuur of bidstonde, aan elk van de wijken of groeperingen van de parochie toegewezen gedurende deze aanbiddingsdagen [bidstond, bèèjstónd, be------nsjtónd?]. [N 96B (1989)] III-3-3