22753 |
ruiten in het kaartspel |
koeken:
koekke (Q077p Hoeselt)
|
Hoe noemt u van het kaartspel de verschillende symbolen? (Het gaat om de gewone namen, niet om woorden voor "troef"enz.). - III. Ruiten. [DC 52 (1977)]
III-3-2
|
17885 |
ruk |
rof:
roef (Q077p Hoeselt, ...
Q077p Hoeselt)
|
Ruk: snelle korte beweging waardoor iets of iemand met een schok van zijn plaats wordt getrokken (ruk, snuk, snoek). [N 84 (1981)] || Ruk: snelle, korte beweging waardoor iets of iemand met een schok van zijn plaats wordt getrokken (ruk, snok, roets) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
25148 |
rukwind |
felle wind:
felle weend (Q077p Hoeselt),
stoot:
stoot (Q077p Hoeselt)
|
rukwind, plotselinge, felle wind [trekwind, snuk wind, strobatie] [N 81 (1980)] || windstoot, ruk of stoot van de wind [hort, buis] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
34024 |
rund |
rindsbeest:
rɛnsbɛs (Q077p Hoeselt)
|
Holhoornig, herkauwend zoogdier dat om zijn vlees en melk en ook wel als trekdier gehouden wordt. [L 6, 22; L 42, 12; S 30; S 49; Wi 6; monogr.]
I-11
|
24326 |
runderhorzel, horzel |
horzel:
hossel (Q077p Hoeselt),
hoͅrzəl (Q077p Hoeselt, ...
Q077p Hoeselt),
vlieg:
vlīgə (Q077p Hoeselt)
|
horzel [ZND 27 (1938)] || insect II [Goossens 1b (1960)] || larve van de paardenhorzel, worm die in de uitwerpselen van een paard kan worden aangetroffen [N 26 (1964)] || larve van de runderhorzel, worm die grote bulten (wormbulten) veroorzaakt in de huid van runderen [N 26 (1964)]
III-4-2
|
24349 |
runderhorzellarve |
madenknoeb:
moͅi̯knubə (Q077p Hoeselt)
|
worm vdit laatste insect [Goossens 1b (1960)]
III-4-2
|
20936 |
runderlap |
biefstuk:
busstùk (Q077p Hoeselt)
|
biefstuk
III-2-3
|
34022 |
rundvee |
beesten:
bęstǝ (Q077p Hoeselt),
koebeesten:
kubestǝ (Q077p Hoeselt),
kubē̜sǝ (Q077p Hoeselt)
|
Als vee gehouden runderen. Rundvee in het algemeen. Zie afbeelding 1. [N 3A, 1; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11
|
24371 |
rups |
rups:
rups (Q077p Hoeselt, ...
Q077p Hoeselt),
rôeps (Q077p Hoeselt)
|
groene rups die koolbladeren tot op de nerf afvreet [N 26 (1964)] || rups [N 26 (1964)]
III-4-2
|
23176 |
rups (kermis) |
rups:
Aa dën dôek vannë rôeps tau goenk, dan wost ech kèrmës.
rôeps (Q077p Hoeselt)
|
[2]. Rupsmolen (kermisattractie).
III-3-2
|