20125 |
staart |
staart:
stat (Q077p Hoeselt, ...
Q077p Hoeselt)
|
Zie afbeelding 2. [JG 1a, 1b, 2c; monogr.] || Zie afbeelding 2.37. [JG 1a, 1b; RND 60]
I-12, I-9
|
26406 |
staarten |
armen:
ɛrǝm (Q077p Hoeselt)
|
In de velg van het molenrad ingepende houten blokjes waartegen de schoepen zijn bevestigd. [Vds 70; Coe 64; Jan 73]
II-3
|
34225 |
staartkoord |
staartkoord:
statkwǫt (Q077p Hoeselt)
|
Koord waarmee men op stal de staart van de koe vastbindt. [N 3A, 14g]
I-11
|
34087 |
staartkwast |
kwast:
kwas (Q077p Hoeselt),
kwispel:
kwaspǝl (Q077p Hoeselt)
|
Kwastig uiteinde van de staart. [N 3A, 114]
I-11
|
33976 |
staartriem |
staarttoom:
stattō.m (Q077p Hoeselt)
|
Riem die onder de staart van het paard doorloopt en aan het haam of aan het borsttuig is vastgemaakt als het paard geen zadel draagt. Dit onderdeel van het paardetuig was al aan het verdwijnen in de laatste fase van het met kar en paard rijden. Het belet dat het haam naar voren schuift als het paard het hoofd buigt. [JG 1b, 1c, 2b, 2c; monogr.]
I-10
|
21272 |
stad |
stad:
stat (Q077p Hoeselt)
|
stad [RND]
III-3-1
|
21749 |
stadsomroeper |
uitmelder:
awtmeller (Q077p Hoeselt)
|
de persoon die in een stad of dorp gemeentelijke berichtgeving mondeling bekend maakt [stadsomroeper, belleman] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23591 |
staf van de suisse |
staf:
stoap (Q077p Hoeselt)
|
De staf of hellebaard van de suisse [sjtaaf?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
28377 |
stal |
stal:
sta.l (Q077p Hoeselt)
|
Een ruimte in het algemeen, die onderdak biedt aan vee. De benamingen kunnen zowel het gebouw, als de ruimte daarbinnen betreffen. Meestal wordt kortheidshalve van "de stal" gesproken, als men het veeverblijf en met name de koestal bedoelt. [JG 1a en 1b; Wi 11; S 50; L A1, 4; RND 97; monogr.; add. uit N 5A, passim]
I-6
|
33928 |
stalband |
bindkettel:
bęnkętǝl (Q077p Hoeselt)
|
Leren band om de hals van het paard, waaraan de lijn of teugel wordt vastgemaakt om het op stal vast te binden. Vergelijk ook lemma Halster. [JG 1a; N 8, 91; N 13, 18b]
I-10
|