e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoeselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stemvork diapason (fr.): diapazôo (Hoeselt), stemvork: st"mv"rk (Hoeselt) het instrument in de vorm van een U-vormig omgebogen stalen stang waarmee men een onveranderlijke toon voortbrengt die geschikt is om instrumenten te stemmen [toonijzer, stemvork] [N 112 (2006)] || Het instrument in de vorm van een U-vormig omgebogen stalen stang waarmee men een onveranderlijke toon voortbrengt die geschikt is om instrumenten te stemmen [toonijzer, stemvork]. [N 90 (1982)] III-3-2
stenen omheining muur: moer (Hoeselt) een schutting of omheining van steen (schans, schrans, beer) [N 90 (1982)] III-2-1
stenen vloer betonvloer: bǝtǫ̃vluǝr (Hoeselt) Stenen vloer op de bedding van de beek om het uitspoelen van de bodem tegen te gaan. [Coe 18; Grof 33] II-3
stenendrager brikkenman: brekǝman (Hoeselt) De handlanger die speciaal belast is met het aandragen van de metselstenen. Zie voor de fonetische documentatie van de tussen haken geplaatste termen het lemma 'handlanger'. [N 30, 2d; N 31, 16b; monogr.] II-9
stengel, steel stengel: stɛŋǝl (Hoeselt) Stengel, als deel van een plant. [JG 1a, 1b; monogr.] I-4
sterven doodgaan: dôêtgòn (Hoeselt), hemelen gaan: hiemëlë gón (Hoeselt), kapotgaan: kepotgoan (Hoeselt), kǝpot˲gǫn (Hoeselt), sterven: stervë (Hoeselt) Doodgaan, gezegd van een dier. [N 38, 17b] || Hoe noemt u sterven, gezegd van dieren (kreperen, kapotgaan, doodgaan) [N 83 (1981)] || sterven van een mens [N 38 (1971)] || sterven, doodgaan, hemelen gaan [sjterreve, hiemmelejoaë] [N 96D (1989)] I-11, III-2-2, III-4-2
steunhoutjes tussen steel en balk gaffel: gafǝl (Hoeselt) Het schuine verbindingstuk tussen de steel en de dwarsbalk van de hooihark, dat ter versteviging van de hark in zijn geheel dient. Vaak ziet men twee van dergelijke steunhoutjes; vandaar de meervoudsvormen in de opgaven. Voor de verscheidenheid aan benamingen, zie ook de opmerking bij de het lemma ''dwarsbalk van de hooihark''. Zie voor de vork- en gaffel-benamingen de toelichting bij het lemma ''steel van de hooihark''. Zie ook afbeelding 11, c. [N 18, 92c] I-3
steunpaal voor opgeslagen hoogkar gaffel: gafǝl (Hoeselt) Lange steunpaal welke men plaatst onder de berries van een opgeslagen hoogkar. [N 17, 82] I-13
stevig, gezegd van voedsel straf: straffe kos (Hoeselt) stevig, gezegd van voedsel (straf) [N 91 (1982)] III-2-3
stiefdochter stiefdochter: stiefdochter (Hoeselt, ... ) De dochter van een tweede man of vrouw (stiefdochter) [N 115 (2003)] III-2-2