e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoeselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stinken stinken: stinke (Hoeselt, ... ), stinkë (Hoeselt) Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken , muffen) [N 108 (2001)] || Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken, muffen, dassen). [N 84 (1981)] III-1-1
stinkende gouwe wrattenkruid: vrattenkrout (Hoeselt), wrattenkrout (Hoeselt) schelkruid [ZND 06 (1924)] III-4-3
stoelen op het priesterkoor koorstoelen: dë koorstuul (Hoeselt), koorstuul (Hoeselt) De stoelen op het priesterkoor [koeërsjteul?]. [N 96A (1989)] III-3-3
stoep trottoir: lengs de trottoir (Hoeselt) De straatgoot langs de weg [ZND 24 (1937)] III-3-1
stof afnemen stub afdoen: stöp oafdoen (Hoeselt) Stof afnemen (stoffen) [N 79 (1979)] III-2-1
stofblik troffel: trūfəl (Hoeselt), troffeltje: truffelke (Hoeselt), truffëlkë (Hoeselt) Hoe noemt u het stoffer en blik samen? [N105 (2000)] || stofblik [ZND 21 (1936)] III-2-1
stoffen pantoffel slof: sloeffe (Hoeselt) sloffen, stoffen pantoffels met slappe zool [N 24 (1964)] III-1-3
stok of twijg om een kind te straffen wis: wis (Hoeselt), znd 23, 60c;  wis (Hoeselt) een stok of twijg om een kind te straffen [lat] [N 87 (1981)] || stok of twijg om iemand te straffen [ZND 23 (1937)] III-2-2
stokvis gedroogde vis: gedreugde vès (Hoeselt) bolling; Hoe noemt U: Gezouten en gedroogde vis (bolling) [N 80 (1980)] III-2-3
stola pels: pels (Hoeselt) stola, lange brede damessjaal van dunne stof of van bont [N 23 (1964)] III-1-3