e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoeselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
touwtjespringen koordjespringen: /  kiutche sprénge (Hoeselt), kjùdsjë sprèngë (Hoeselt), [Met afbeelding + liedje].  kjùtsjë-sprèngë (Hoeselt), Lautre jour dans ma chambrette, ma chambrette était là haut. Jai fumé des cigarettes, en jouant le piano. Do, re, mi, fa, sol, la, si, hoera, hoera, hoera. Zie de flesserie (= Voici des fleurs jolies), al met de rode vlag. Do, re, mi, fa, sol, la, si, hoera, hoera, hoera!  kjùdsjë sprèngë (Hoeselt) touw springen [SND (2006)] || touwtje springen [SND (2006)] || Touwtje springen. III-3-2
traag langzaam: lansem (Hoeselt) niet snel reagerend; langzaam in het handelen [traag, lui] [N 85 (1981)] III-1-4
traag praten sausen: sâze (Hoeselt), zemelen: zemĕle (Hoeselt) traag praten [lijzen, zemelen] [N 87 (1981)] III-3-1
trage vrouw chipoteuse (fr.): won chipoteuze (Hoeselt), sara: sara (Hoeselt) een domme trage vrouw [sarut, sara] [N 85 (1981)] || Wat een treuzelaar! [ZND 08 (1925)] III-1-4
tralie tralie: troͅlgə (Hoeselt) een ijzeren tralie [ZND 08 (1925)] III-2-1
trant gang: gank (Hoeselt, ... ) gang: Wijze van gaan (gang, trant). [N 84 (1981)] || Wijze van gaan (gank, loop, trant) [N 108 (2001)] III-1-2
trappelen trippelen: triepĕĕle (Hoeselt), triepĕle (Hoeselt) Trappelen: in vlug tempo de voeten beurtelings oplichten en weer neerzetten (trappelen, trampelen, droebelen) [N 108 (2001)] || Trappelen: in vlug tempo de voeten beurtelings oplichten en weer neerzetten (trappelen, trampelen, droebelen). [N 84 (1981)] III-1-2
trappist trappist: trappis (Hoeselt) Een Trappist [Latrap]. [N 96D (1989)] III-3-3
traproede roede: rū (Hoeselt) Elk van de houten of metalen staven die een traploper op zijn plaaats houden (roe, lat) [N 79 (1979)] III-2-1
trascement trascement: tras[cement] (Hoeselt) Cementsoort die wordt verkregen door het mengen en malen van portlandcement en tras in de verhouding 30% tras en 70% cement of 40% tras en 60% cement. Tras is een gesteente van vulcanische oorsprong. Het wordt onder meer aangetroffen in het Eifelgebergte. Volgens de invuller uit L 330 verkrijgt men uit trascement een sterke specie die waterbestendig is. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(cement)' het lemma 'Cement'. [N 30, 35b; monogr.] II-9