e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoeselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vervelend werk ambetant werk: ambetaant werk (Hoeselt) vervelend, peuterig werk [geneuk] [N 85 (1981)] III-1-4
verveling ambetantigheid: ambetaantechets (Hoeselt) de toestand waarin men zich verveelt [verveling, vernooi, verlei] [N 85 (1981)] III-1-4
vervoerbewijs coupon (<fr.): koepong (Hoeselt) het plaatsbewijs voor de bus, trein, tram [kaartje, coupon] [N 90 (1982)] III-3-1
verwachting in het verwacht zijn: én ⁄t verwaach zien (Hoeselt) het wachten op iets, meestal op iets positiefs [lous, loos, verwachting] [N 85 (1981)] III-1-4
verwantschap familie zijn: femîle zien (Hoeselt) het verwant-zijn, de familiebetrekkingen, de verwantschap [parentatie] [N 87 (1981)] III-2-2
verweerde kalk gevallen kalk: gǝvalǝ kalǝk (Hoeselt) Ongebluste kalk die langdurig aan vochtige lucht werd blootgesteld en daardoor met water en koolzuur is verzadigd. Verweerde kalk blust zeer moeilijk. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Kalk blussen'. [N 30, 29b; monogr.] II-9
verwelken verslensen: verslense (Hoeselt) Slap worden en geur en kleur verliezen, gezegd van bloemen (Slekkeren, verwelken, verflensen). [N 82 (1981)] III-4-3
verwelkt verslenst: verslens (Hoeselt) Verwelkt, gezegd van bloemen (pens). [N 82 (1981)] III-4-3
verwend kindje bedorven kind: bedeurve ként (Hoeselt) een bedorven, door en door verwend kind [babaard, babbe, kinnebaba] [N 87 (1981)] III-2-2
verwensen verwensen: verwénse (Hoeselt) iemand kwaad toewensen [wensen, verdijen, verwensen] [N 85 (1981)] III-3-1