e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoeselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vliegenraam, hor muggendraad: meŭggedrwot (Hoeselt) Vlechtwerk van metaaldraad in een raam gevat dat voor een venster wordt gezet om het binnenvliegen van insekten te beletten (hor, horretje, zeef, draad) [N 79 (1979)] III-2-1
vlieger vlieger: vlieger (Hoeselt), /  vliegër oplùttë (Hoeselt) Een vlieger (kinderspeeltuig). [ZND 08 (1925)] || windvlieger [SND (2006)] III-3-2
vliegtuig vliegmachine: vliegmesjien (Hoeselt) het toestel waarmee men kan vliegen [vliegtuig, vliegmachine, vlieger] [N 90 (1982)] III-3-1
vliegveld vliegplein: vliegplein (Hoeselt) het grote, effen terrein met verharde banen van waaraf vliegtuigen kunnen opstijgen en waar zij weer kunnen landen [vliegveld, vliegplein] [N 90 (1982)] III-3-1
vlier toetelaar: gecombineerd met ZND 8 055, idem  toetelerren (Hoeselt), vlierenstruik: gecombineerd met ZND 8 055, idem  flierenstroek (Hoeselt) vlierboom (sambucus nigra) [ZND 15 (1930)] III-4-3
vliering bovenzolder: bwovezoller (Hoeselt) Verdieping boven een zolder, onder de pannen, meestal gebruikt als opslagruimte (vliering, scheerzolder, bovenzolder, hanezolder) [N 79 (1979)] III-2-1
vlies in een vrucht vlies: vlies (Hoeselt) Het vliesje tussen vruchtvlees en pit bij een appel (blees, vlim). [N 82 (1981)] I-7
vlijtig liesje waterzakje: wo’tterzekskës (Hoeselt), wo’ttërzekskës (Hoeselt) Sultansbalsemien (Impatiens walleriana Hook.). De bovenste bladeren meest tegenoverstaand. De stengel is niet zeer fors en hoogstens 1 m hoog. De bloemen zijn rood of wit, tamelijk vlak, met zeer lange en dunne, gebogen spoor (vlijtig liesje, nooitrust). || vlijtige liesjes III-2-1
vlinder pepel: pi:pəl (Hoeselt), piepel (Hoeselt, ... ), pīpəl (Hoeselt, ... ) vlinder [GV Gr (1935)], [ZND 08 (1925)], [ZND 16 (1934)], [ZND 18G (1935)] || vlinder, pepel [RND] III-4-2
vlinderdasje noeudje (<fr.): nøkə (Hoeselt), piepel: pīpəl (Hoeselt) vlinderstropdas [nondejuuke, striekske] [N 23 (1964)] III-1-3