e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoeselt

Overzicht

Gevonden: 5126
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwak, slap slap: slap (Hoeselt, ... ), Niet sterk.  slap (Hoeselt) Zwak (uitspraak en bet). [ZND 08 (1925)] || Zwak, slap: gering van lichaamsvermogen, niet sterk (zwak, min, slap). [N 84 (1981)] || Zwak: niet sterk, met weinig weerstand (fijn, krank, week, zwak). [N 84 (1981)] III-1-1
zwart pak fantasiekostuum: fantəzikəstym (Hoeselt) pak, zwart ~, bestaande uit korte jas, vest en gestreepte broek [N 23 (1964)] III-1-3
zwartbonte koe witzwarte: wetzwatǝn (Hoeselt) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 126] I-11
zwartbonte koe met scherp gescheiden witte en zwarte banen brabander: brǫbęndǝr (Hoeselt) [N 3A, 127] I-11
zwarte bes zwarte miemeren: zwatte meumere (Hoeselt) I-7
zwarte bladluis smilmer: smulmər (Hoeselt), smilver: smôelvërë (Hoeselt), zwarte smilmer: zwatte smoelmer (Hoeselt) bladluis (zoals bijv. de zwarte tuinbonenluis) [himmelzoad, meelow, melde, smeelje] [N 26 (1964)] || bladluizen || insectjes onder een blad, zwart [DC 68 (1993)] III-4-2
zwarte gebreide dameskous zwarte sportkous: zwatte sportkose (Hoeselt) dameskousen, zwarte gebreide ~ [N 24 (1964)] III-1-3
zwarte koe zwarte koe: zwatǝ [koe] (Hoeselt) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 129] I-11
zwarte koe met geheel witte kop witkop: wetkǫp (Hoeselt) [N 3A, 130a] I-11
zwarte koe met witte kop en zwarte vlekken om de ogen blaar: blu̯ǫr (Hoeselt) [N 3A, 130b] I-11