24483 |
geknotte wilg |
kopwijde:
-
kopwiejə (L426z Holtum)
|
wilg (Salix) [DC 28 (1956)]
III-4-3
|
17580 |
gekruld haar |
krulhaar:
krŏlhaor (L426z Holtum)
|
gekruld haar [N 10 (1961)]
III-1-1
|
21274 |
geld |
geld:
geltj (L426z Holtum)
|
Geld in het algemeen; hierbij ook graag allerlei uitdrukkingen [geld, sens, poen, swis, oorden enz.] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
23501 |
gelezen mis |
leesmis:
leesmes (L426z Holtum),
lɛ̄smeͅs (L426z Holtum)
|
Een gelezen, stille mis [lèèsmis, sjtil mès?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23710 |
geloofd zij jezus christus |
christelijke groet:
christelijke groet (L426z Holtum),
geloofd zij jezus christus:
geloof zij jezus christus (L426z Holtum)
|
De Christelijke groet, uitgesproken op niet-liturgiosche bijeenkomsten ["Geloofd zij Jezus Christus...in alle eeuwigheid. Amen"]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
17710 |
geluidloos een wind laten |
ene op de sokken laten (gaan):
einə op də zökkə laotə gaon (L426z Holtum)
|
geluidloos een wind laten [feuze, bussinge] [N 10c (1961)]
III-1-1
|
33670 |
gemeenteweide |
koewei:
kōwęi̯ (L426z Holtum)
|
Weiland dat eigendom is van de gemeente. Een woordtype als vrijwei duidt erop dat men hier als kleine of arme boer zijn koeien vrij kon laten grazen. De informanten van Horn (L 325) en Maasbracht (L 377) zeggen echter dat men eertijds op gemeentewei de koeien kon laten grazen tegen een jaarlijkse vergoeding. [N 14, 60; A 10, 4; N 18, add.; monogr.]
I-8
|
17560 |
geraamte |
geraams:
geréémsj (L426z Holtum)
|
geraamte [N 10a (1961)]
III-1-1
|
32979 |
gerst |
gerst:
gars (L426z Holtum)
|
Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.]
I-4
|
17712 |
geslachtsdelen (alg.) |
getuig:
getuuch (L426z Holtum)
|
geslachtsdelen in het algemeen [N 10c (1961)]
III-1-1
|