20416 |
beschuit met muisjes |
beschuit met muisjes:
Syst. WBD
besjuut mit muuskes (L426z Holtum, ...
L426z Holtum)
|
Beschuiten met muisjes [N 16 (1962)]
III-2-2, III-2-3
|
20629 |
beschuitpap |
beschuitenpap:
Syst. WBD
besjutepap (L426z Holtum)
|
Melk met beschuiten (beschuitepap, luiwijvenpap, romme met bestelle?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
33166 |
besjes aan de aardappelplant |
bellen:
bɛlǝ (L426z Holtum)
|
De besachtige groene vruchten die zich uit de bloemen van de aardappelplant ontwikkelen. Vroeger, voordat men pootaardappelen selecteerde uit de eigen oogst, werd uit deze vruchtjes van de plant pootzaad gewonnen. Het lemma bevat alleen meervouden. Bij goesbollen wordt door de zegslieden opgegeven dat ...kinderen deze bollen aan een lange twijg (steken) en dan de bollen zo ver mogelijk weggooien of zwiepen; goezen is "zwiepen". Warnant (1949, 175) vermeldt dit spel ook voor Waals Haspengouw. Het regelmatige voorvoegsel aardappel- of patatte- is hier weggelaten; zie het lemma Aardappel. Zie voor de fonetische documentatie van de varianten voor aardappel, ook datzelfde lemma Aardappel. [N 12, 7; L 32, 14; monogr.; add. uit JG 1b]
I-5
|
23507 |
bestelde mis |
bestelde mis:
bestelde mes (L426z Holtum, ...
L426z Holtum),
stichting:
stichting (L426z Holtum)
|
Een bestelde H. Mis. [N 96B (1989)] || Een mis die gelezen wordt op verzoek van de gelovigen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
25105 |
bestendig weer |
goed weer:
goed weer (L426z Holtum),
vast (weer):
vast wer (L426z Holtum)
|
bestendig weer [vaste lucht] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
21471 |
betalen |
over de brug komen:
euvər de brök kəmmə (L426z Holtum)
|
Betalen, over de brug komen [afschieten?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
25106 |
betrekken (lucht) |
regen krijgen:
weer kriegen regen (L426z Holtum),
zich volzetten:
de lucht zet zich vol (L426z Holtum)
|
dicht gaan zitten zodat er regen dreigt, gezegd van de lucht [de lucht overtrekt, groeit, belommert] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
21023 |
beurs |
onder de oksaal:
onger den ekzoal (L426z Holtum),
onger den oksaal (L426z Holtum)
|
De ruimte achter in de kerk, tussen de laatste bank en de deur van het kerkportaal [de beurs?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
33361 |
bewaarplaats van bieten en groenvoer in de stal |
voerhuis:
[voerhuis] (L426z Holtum),
voorraad:
voorraad (L426z Holtum),
voorraadplaats:
voorraadplaats (L426z Holtum)
|
De plaats in de stal waar bieten en groenvoeder worden bewaard voor direct gebruik. De grote voorraad bevindt zich buiten de stal. De in de stal bewaarde hoeveelheid is voldoende voor enkele keren voederen. Sommige woordtypen benoemen niet een specifieke opslagplaats voor bieten en groenvoeder, maar duiden in het algemeen de ruimte aan waarin men dit voeder opslaat. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden (voerhuis), (voederij), (voerij) en (voerderij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). [N 5A, 34c]
I-6
|
23560 |
bewieroken |
wieroken:
wieroake (L426z Holtum),
wieroke (L426z Holtum)
|
Wieroken, bewieroken [wiereke?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|