e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Holtum

Overzicht

Gevonden: 1896
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geknotte wilg kopwijde: -  kopwiejə (Holtum) wilg (Salix) [DC 28 (1956)] III-4-3
gekruld haar krulhaar: krŏlhaor (Holtum) gekruld haar [N 10 (1961)] III-1-1
geld geld: geltj (Holtum) Geld in het algemeen; hierbij ook graag allerlei uitdrukkingen [geld, sens, poen, swis, oorden enz.] [N 21 (1963)] III-3-1
gelezen mis leesmis: leesmes (Holtum), lɛ̄smeͅs (Holtum) Een gelezen, stille mis [lèèsmis, sjtil mès?]. [N 96B (1989)] III-3-3
geloofd zij jezus christus christelijke groet: christelijke groet (Holtum), geloofd zij jezus christus: geloof zij jezus christus (Holtum) De Christelijke groet, uitgesproken op niet-liturgiosche bijeenkomsten ["Geloofd zij Jezus Christus...in alle eeuwigheid. Amen"]. [N 96B (1989)] III-3-3
geluidloos een wind laten ene op de sokken laten (gaan): einə op də zökkə laotə gaon (Holtum) geluidloos een wind laten [feuze, bussinge] [N 10c (1961)] III-1-1
gemeenteweide koewei: kōwęi̯ (Holtum) Weiland dat eigendom is van de gemeente. Een woordtype als vrijwei duidt erop dat men hier als kleine of arme boer zijn koeien vrij kon laten grazen. De informanten van Horn (L 325) en Maasbracht (L 377) zeggen echter dat men eertijds op gemeentewei de koeien kon laten grazen tegen een jaarlijkse vergoeding. [N 14, 60; A 10, 4; N 18, add.; monogr.] I-8
geraamte geraams: geréémsj (Holtum) geraamte [N 10a (1961)] III-1-1
gerst gerst: gars (Holtum) Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.] I-4
geslachtsdelen (alg.) getuig: getuuch (Holtum) geslachtsdelen in het algemeen [N 10c (1961)] III-1-1