33456 |
horizontale sluitbalk van een poort |
knevel:
knēvǝl (L426z Holtum)
|
Een losse balk, soms een stevige stok, die horizontaal wordt aangebracht achter de beide poortvleugels door hem achter haken te leggen. Zo is de gehele poort gesloten. Deze afsluiting bevindt zich meestal ter halve hoogte. Door functionele overeenkomst kunnen sommige benamingen ook in gebruik zijn voor andere afsluitingen. [N 5A, 54a; N 4A, 48; monogr.]
I-6
|
34216 |
houder van slachtvee |
vetweider:
vɛtwɛi̯jǝr (L426z Holtum)
|
[N 3A, 77d]
I-11
|
32766 |
houten eg |
houten [eg]:
hǫu̯tǝ [eg] (L426z Holtum)
|
De oude drie- of vierhoekige eg met houten hoofd- en dwarsbalkjes, waarin houten, later ook ijzeren tanden zaten; zie afb. 51, 52, 53 en 54. Waar men een houten eg gebruikte als onkruideg en/of als zaadeg, is aangegeven in de desbetreffende lemmata. Hieronder is de vorm die de houten eg ter plaatse kon hebben, voorgesteld door de tekens ∆ en vierkant. Voor het woord(deel) ''eg'' resp. ''eg'' zie men de toelichting bij het lemma ''eg''.' [JG 1a; JG 1b add.; N 11, 70 + 71 + 72 add.; N J, 10; A 13, 16b; div.; monogr.]
I-2
|
34367 |
houten stamper |
knoest:
knus (L426z Holtum),
stamper:
stampǝr (L426z Holtum)
|
Houten stamper om aardappelen voor de varkens mee tot puree te stampen. [N 18, 133; N 18, 134; S 20, add.; monogr.]
I-12
|
23559 |
houtskool voor het wierookvat |
kooltjes:
koalkes (L426z Holtum),
kölkes (L426z Holtum)
|
Houtskool, kooltjes voor het wierookvat [költjes, köölkes, krichelskoaële, holtskaol?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18049 |
huidschilfers |
schilfers:
sjlifers (L426z Holtum),
schubben:
sjóbbe (L426z Holtum)
|
schilfers op de huid [blusters] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
33642 |
huisakker |
boerderij:
burdǝri (L426z Holtum),
hof:
hoi̯f (L426z Holtum),
land:
lant (L426z Holtum)
|
Aan het erf grenzende akkergrond. [N 5AøIIŋ, 76d en 76e; N 6, 33a; A 10, 3 en 4; JG 1b, add.; L 19b, 1a; monogr.]
I-8
|
33609 |
huisweide |
groes:
grōs (L426z Holtum)
|
I-7
|
23732 |
huiszegen |
huiszegen:
hoeszène (L426z Holtum)
|
De Huiszegen, d.w.z. een ingelijste afbeelding van O.L. Heer aan het kruis, waaronder enkele gebeden, of een tekstplaat in sierschrift, waarop een gebed over huis en bewoners of een uit Rome ontvangen plaat waarop de afbeelding van de paus, vermelding van [N 96B (1989)]
III-3-3
|
17997 |
huiveren |
rijderen:
riejərə (L426z Holtum)
|
huiveren, bijv. van koe [grille, de griezel op het lijf krijge, rijeren] [N 10 (1961)]
III-1-2
|