e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Holtum

Overzicht

Gevonden: 1896
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jak jak: jak (Holtum), kazavek: kazjəvek (Holtum) vrouwenjak, kort jasvormig getailleerd bovenkledingstuk [jak, baskien, bollero, zeelewermer, kasjevek] [N 23 (1964)] || vrouwenjak, lang ~ [kapoot, kasjevek] [N 23 (1964)] III-1-3
jammer jammer: ⁄t is jaomer (Holtum) jammer [zund] [N 07 (1961)] III-1-4
jas: algemeen jas: jas (Holtum) jas in het algemeen [kölder, frak, palleto, rok, pit, kazak] [N 23 (1964)] III-1-3
jasje van het mantelpak jasje: jeskə (Holtum) jasje van het mantelpak [N 23 (1964)] III-1-3
jasje van het zwarte pak korte zwarte jas: korte zjwartə jas (Holtum) jas van het zwarte pak, vaak kort [N 23 (1964)] III-1-3
jeuk jeuk: jeuk (Holtum), jeu‧k (Holtum) jeuk [N 07 (1961)] || jeuk [öksel, jukt, ukt] [N 10a (1961)] III-1-2
jeuken jeuken: t begint te jeuke (Holtum) jeuken, het begint te jeuken [öksele, euke, juike, juuke] [N 10 (1961)] III-1-2
jong van een rund rind: rɛi̯nt (Holtum) [N 3A, 4] I-11
jong varken bag: bak (Holtum) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge geit geitje: geitje (Holtum), lammetje: lɛmkǝ (Holtum) [N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.] I-12