id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
23736 | kwezelachtig | kwezelachtig: kwezelechtig (Holtum, ... ) | Kwezelachtig. [N 96B (1989)] III-3-3 |
21668 | kwitantie | kwitantie: kwətansie (Holtum) | kwitantie, bewijs van schulddelging [N 21 (1963)] III-3-1 |
23580 | kyrie eleison | kyrie: kierie (Holtum), kyrie (Holtum) | Het "vaste gezang"aan het begin van de mis, het "Kyrie eleison". [N 96B (1989)] III-3-3 |
33081 | laag schoven op de wagen | ring: raŋk (Holtum) | Zie de toelichting bij het lemma ''tasser op de wagen'' (5.1.5). Voorkop is de laag op de naar voren uitstekende ladder boven het paard. [N 15, 42; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-4 |
33659 | laaggelegen weidegrond | broek: brōk (Holtum) | Laaggelegen, vaak natte weidegrond, die men meestal gebruikt om te hooien. Vergelijk ook lemma 1.3.3 ɛbeemdɛ.' [N 14, 52; N P, 5; JG, 1a, 1b; S 5; A 10, 4; RND 20; L 19b, 2aI; Vld.; monogr.] I-8 |
33650 | laagte in een akker | laagte: lęǝxtǝ (Holtum), slak: šlāk (Holtum) | Laagte of kuil waar de grond steeds vochtig blijft of waar water blijft staan. [N 11, 3a, N 11, add.; Vld.; monogr.] I-8 |
23658 | laatste evangelie | t letste evangjillióm?].: leste evangelie (Holtum, ... ) | Het laatste evangelie, het beginmstuk van het evangelie volgens Johannes, dat gelezen werd na de zegen [t lèste evangillie [N 96B (1989)] III-3-3 |
23506 | laatste mis | laatste mis: leste mes (Holtum) | De laatste, vaak korte mis op zondag, de laatste gelegenheid om de mis te horen [snapmèske, gawkletske?]. [N 96B (1989)] III-3-3 |
34412 | lammeren | lammen: lamǝ (Holtum) | Jongen ter wereld brengen, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 67; JG 1a, 1b; L 29, 32; L 1a-m; N C, add.; Vld.; monogr.] I-12 |
32822 | landrol | wel: wɛl (Holtum) | De vroeger houten, later ijzeren rol om aard-kluiten van geploegd land te breken, de akker vlak te maken, het zaad in de aarde vast te drukken, enz. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 1b; N 11, 86; N 11A, 183 + 185; N J, 10 add.; N P, 20 add.; A 40, 9; monogr.] I-2 |