22356 |
priktol |
dop:
dop (Q121z Holz)
|
Hoe noemt men een dergelijk stuk speelgoed dat in beweging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid? [priktol] [DC 24 (1953)]
III-3-2
|
25088 |
roest |
roest:
ròs (Q121z Holz)
|
roest, rood- of bruingele bedekking die aan de oppervlakte van ijzer en staal ontstaat door verbinding met zuurstof, vooral in een vochtige omgeving [roester] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24535 |
sleutelbloem |
primula:
priemel (Q121z Holz),
sleutelbloem:
sjlusselblom (Q121z Holz)
|
sleutelbloem, gekweekt (Primula) [DC 24 (1953)] || sleutelbloem, wild [DC 24 (1953)]
III-4-3
|
24952 |
slib, rivierbodem |
prats:
pràtsj (Q121z Holz)
|
slib, geheel van de bodembestanddelen die door water worden meegevoerd of zich uit water hebben neergezet, wanneer het nog niet verhard is [slob,blets, blei] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
17910 |
spuiten |
sprietsen:
sjprietsə (Q121z Holz)
|
spuiten, met kracht door een nauwe opening naar buiten geperst worden, gezegd van water [spruiten, spritsen, sprietelen] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24919 |
veld, open land |
veld:
velt (Q121z Holz)
|
veld, open land buiten de steden en dorpen, voor akkerbouw [pals] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24961 |
vijver |
wijer:
wijer (Q121z Holz)
|
klein natuurlijk of gegraven waterbekken, bijv. in een tuin [vijver, wijer, wijert, kuil, poel] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25201 |
volle maan |
vollmond (du.):
vol mont (Q121z Holz)
|
schijngestalte van de maan: volle maan [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24966 |
vuil waterx |
aalzeik:
naal seek (Q121z Holz)
|
vuil water [mooswater, getwater] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25160 |
winderig weer |
wind:
wink (Q121z Holz)
|
winderig, gezegd van het weer [zuchtig] [N 81 (1980)]
III-4-4
|