28897 |
paspop |
buste:
buste (Q165p Hopmaal)
|
Pop waarop men gemaakte kleren past. Er zijn verschillende soorten paspoppen, bijv. harnassen van metalen ringetjes die van voren of van achteren kunnen worden gesloten of pasvormen van geprepareerd papier of karton (Morand, pag. 35). Er bestaan echter ook standaard-paspoppen, zowel voor mannen, vrouwen als kinderen. [N 59, 33]
II-7
|
18183 |
passen |
passen:
passen (Q165p Hopmaal)
|
Een kledingstuk passen om te zien of het goed zit en de juiste maat heeft. [N 59, 73; N 62, 8; L 48, 1; monogr.]
II-7
|
28898 |
passpiegel |
spiegel:
spigǝl (Q165p Hopmaal)
|
Grote spiegel waarin men zich helemaal kan zien, ten voeten uit. [N 59, 34]
II-7
|
28941 |
patroontekenen |
opspelden:
opspɛldǝ (Q165p Hopmaal)
|
Het zelf tekenen op papier van een knippatroon met de juiste maten en verhoudingen. [N 59, 48b]
II-7
|
34116 |
penis van de stier |
pink:
pe.ŋk (Q165p Hopmaal)
|
Mannelijk geslachtsorgaan. [JG 1a, 1b]
I-11
|
28901 |
persbok |
mouwplank:
mouwplank (Q165p Hopmaal),
mouwplankje:
mǫwplaŋkskǝ (Q165p Hopmaal)
|
De persbok is een strijkplank op een standaard geschikt om moeilijk bereikbare naden, bijv. schoudernaden, open te strijken. Ook armsgaten kan men er op openpersen. De informant van Q 83 merkt op dat men de persbok gebruikt voor het strijken van de mouw en het borststuk van het jasje en het zijstuk en de tussenbeennaad van de broek. De informant van L 416 vermeldt dat de persbok wordt gebruikt ø̄om plat te drukkenø̄. De informant van Q 88 zegt de persbok in het geheel niet te gebruiken. Zie ook het lemma ɛpersplankɛ.' [N 59, 19b]
II-7
|
17911 |
persen |
strijken:
strijken (Q165p Hopmaal)
|
Het persen van de stof met een zwaar ijzer. [N 59, 77; monogr.]
II-7
|
28914 |
perskom |
perspotje:
pęrspotǝkǝ (Q165p Hopmaal)
|
Een kom of bak met water voor het natmaken van de spons of perslap bij het persen en afglanzen. De informant van L 417 gebruikt ook wel een kuip of metalen emmer. [N 59, 25]
II-7
|
28920 |
perslap, strijklap |
glansvoile:
glansvōl (Q165p Hopmaal),
persdoek:
persdoek (Q165p Hopmaal)
|
De perslap is een linnen of katoenen vochtige lap, die tijdens het persen en afglanzen tussen de stof en het persijzer wordt gelegd. Volgens Papenhuyzen III (pag. 8) is het het beste een linnen perslap te gebruiken, omdat deze de stof veel beter afglanst en niet zo vlug doorperst. [N 59, 28; N 59, 20; monogr.]
II-7
|
28900 |
persplank, strijkplank |
strijkplank:
strijkplank (Q165p Hopmaal)
|
Plank waarop men vorm in de stof of kleren perst. Men kent een grote en kleine persplank. In dit lemma duiden de benamingen op een model grote persplank: meestal ongeveer 50 cm breed en 1 m lang en daarbij 3 à 4 cm dik (Papenhuyzen III, pag. 7). De informant van Q 20 vermeldt dat de persplank een losse plank is om op de kleermakerstafel te leggen. De informant van L 416 merkt op dat de persplank voor grote stukken wordt gebruikt. [N 59, 19a; N 59, 18; N 59, 20; monogr.]
II-7
|