32672 |
asblok |
aslade:
aslāi̯ (L325p Horn)
|
Houten blok met aan de onderzijde een gleuf waarin de metalen as bevestigd wordt, ter versteviging van de as. Zie verder ook WLD I.1 voor het asblok van de ploeg. [N 17, 40 + 44j + 50b + 51; N G, 48a; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 2b; monogr.]
I-13
|
26217 |
askop |
kop:
kǫp (L325p Horn)
|
De kop van de as waaraan de roeden bevestigd zijn. Zie ook afb. 45 en 28. In l 265 werd, wanneer de molenas van hout was vervaardigd, de kop in de as ingelaten. De askop was met ijzeren banden verstevigd. In l 265c was de as niet van hout, maar van ijzer. De roeden zaten met houten spieën in de assekop geklemd. [N O, 10b; N O, 10a; A 42A, 7; A 42A, 6]
II-3
|
33277 |
asperge |
sperge:
špɛrjǝ (L325p Horn)
|
Asparagus officinalis L. Een tot 2 meter hoge plant met naaldvormige takjes en rode bessen, die op zandgronden groeit en om de jonge, ondergrondse spruiten als groente wordt geteeld in aspergebedden. [N Q, 7; monogr.]
I-5
|
23603 |
asperges me |
asperges me:
esperges me (L325p Horn)
|
Het gezang dat voorafgaand aan de hoogmis gezongen wordt onder de besprenkeling met wijwater: "Asperges me...."of "Vidi aquam...."(in de Paastijd). [N 96B (1989)]
III-3-3
|
26236 |
aswiel |
asrad:
asrad (L325p Horn),
asrāt (L325p Horn)
|
Het grote kamwiel aan de molenas van de windmolen dat tot taak heeft de draaiende beweging van de as over te brengen op het spijlenrad. Zie ook afb. 49 en 64.2. Het is een wiel waarvan de tanden haaks of met een hoek van 45o op het vlak van het rad staan. Wanneer de molen niet voorzien is van een apart aswiel voor de reminrichting is rond het aswiel de zgn. vang bevestigd. Zie ook het lemma ɛgroot kamradɛ. Het betreft daar materiaal met betrekking tot het vergelijkbare kamwiel in watermolens.' [N O, 11a; A 42A, 8; Sche 38; monogr.]
II-3
|
22897 |
aswoensdag |
asselegoensdag:
Asselegoonsdig (L325p Horn)
|
Aschwoensdag [SGV (1914)]
III-3-3
|
19561 |
aszeef |
kolenzeef:
kaolezeef (L325p Horn)
|
zeef; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
23257 |
avondgebed |
avondsgebed:
aovesgebed (L325p Horn)
|
Het avondgebed/avondsgebed met gewetensonderzoek [aovendgebed, aovesgebed, aoëvetsjebed?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20582 |
avondmaal |
avondeten:
aovəndj ééətə (L325p Horn),
avondseten:
aoves aete (L325p Horn),
aovəs-éétə (L325p Horn)
|
de laatste maaltijd van de dag (verschil tussen zomer en winter [N 06 (1960)] || maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20546 |
azijn |
edik:
ék (L325p Horn),
éék (L325p Horn, ...
L325p Horn)
|
azijn; Hoe noemt U: De zure vloeistof bestaande uit azijnzuur en water, die o.a. gebruikt wordt bij het bereiden en conserveren van spijzen (azijn, arzijn, eek) [N 80 (1980)]
III-2-3
|