23324 |
naar de kerk |
naar de kerk:
nao de kirk (L325p Horn)
|
naar [~ de kerk] [SGV (1914)]
III-3-3
|
23529 |
naar de mis gaan |
mis horen:
mes heure (L325p Horn)
|
De mis bijwonen, de mis horen [mès huëre, mès bèèje?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
17848 |
naar huis gaan |
naar huis gaan:
no hus gòn (L325p Horn)
|
naar huis gaan [DC 03 (1934)]
III-1-2
|
34013 |
naar links |
haar:
hār (L325p Horn)
|
Voermansroep om het paard naar links te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95 c, 95d en 96; L 1 a-m; L B 2, 255; L 26, 2; L 36, 81c; S 12; monogr.]
I-10
|
34014 |
naar rechts |
hot:
hǫt (L325p Horn)
|
Voermansroep om het paard naar rechts te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95a en 96; L 1 a-m; L B 2, 256; L 26, 2; L 36, 81d; S 12; monogr.]
I-10
|
24213 |
nachtegaal |
nachtegaal:
nachtegaal (L325p Horn, ...
L325p Horn)
|
nachtegaal [SGV (1914)] || nachtegaal (16,5 bekend; kleine bruine vogel met rossige staart; vrij zeldzame zomervogel; verborgen levend; beroemd om de zang [N 09 (1961)]
III-4-1
|
24214 |
nachtzwaluw |
geitenmelker:
geitemèlker (L325p Horn),
è van avec
geitemèlker (L325p Horn),
nachtzwalg:
nachzjwalg (L325p Horn)
|
nachtzwaluw || nachtzwaluw (27 vrij zeldzame zomervogel; meest op de hei; bruin met allerlei streepjes en vlekjes; overdag onvindbaar; maakt geen nest; roep ratelend [errrrrr-orrrrr] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
18937 |
nadeel |
scha:
schâ (L325p Horn)
|
nadeel [SGV (1914)]
III-1-4
|
20138 |
nageboorte |
nageboorte:
naogebaorte (L325p Horn)
|
menselijke nageboorte [N 10C (zj)]
III-2-2
|
34179 |
nageboorte van de koe |
rein:
rɛi̯n (L325p Horn)
|
[N 3A, 57a; JG 1a, 1b; A 33, 19b; monogr.]
I-11
|