e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Horn

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
offergeld geld: geldj (Horn) Het geld dat men in het offerblok stopt [offergeld?]. [N 96A (1989)] III-3-3
ogenblikje, korte tijd, eventjes eventjes: efkəs (Horn) ogenblikje [DC 03 (1934)] III-4-4
okkernoot paardsnoot: oo met sleeptoon, ai = è in het Franse père  pairsnoot (Horn) okkernoot, vrucht van [DC 17 (1949)] I-7
oksaal oksaal: exoal (Horn) Het oksaal, de galerij boven het kerkportaal, waar het orgel staat en het zangkoor zingt [oksaal oksaol, koor, zangerskoor, zangzolder?]. [N 96A (1989)] III-3-3
olie olie: aolie (Horn), aoliej (Horn), òlje (Horn), ôlie (Horn), sla-olie: sjaa-aolĭĕ (Horn) olie [SGV (1914)] || olie; Hoe noemt U: De vette vloeistof die b.v. gebruikt wordt bij het aanmaken van sla of het braden van vlees (smout, olie) [N 80 (1980)] || smout [SGV (1914)] III-2-3
olieverf olieverf: wǭli[verf] (Horn) Verf waarvan het bindmiddel bestaat uit een drogende olie als lijnolie of papaverolie. Olieverf wordt bereid door verfstof met een tempermes op een wrijfsteen in de olie te wrijven of door olie en verfstof na menging te malen. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [S 26; N 67, 23b; monogr.; div.] II-9
omheinde wei afgemaakte wei: āfgǝmākdjǝ węi̯ (Horn) Een met prikkeldraad of anderszins afgemaakte wei. Een groot aantal opgaven was wei. Deze opgaven zijn in dit lemma niet gedocumenteerd. Voor de fonetische documentatie van wei zie men lemma 1.3.6 ɛweiɛ.' [N M, 4b; L 32, 45; monogr.] I-8
omheining tuin: tū.n (Horn), tūnǝ (Horn) De omheining in het algemeen. [N 14, 62; N 14, 67; S 11, 13; L 19B, 5a; A 25, 5; RND 8, 20; Gwn 16, 11; monogr.] I-8
omheining van het kerkhof kerkhofmuur: kerkhoafmoer (Horn) De muur, de omheining van het kerkhof [toen, toun, tuun?]. [N 96A (1989)] III-3-3
omheining van ijzeren spijlen stanketsel: štaŋkɛtsǝl (Horn) Omheining van ijzeren spijlen of staven. [A 25, 4e] I-8