19765 |
schilderij |
schilderij:
ein sjoin sjilderie (L325p Horn),
sjilderie (L325p Horn)
|
schilderij [SGV (1914)] || schoone [een ~ schilderij] [SGV (1914)]
III-3-2
|
19532 |
schilmesje, aardappelmesje |
aardappelenmetsje:
èrpele-metske (L325p Horn)
|
mes waarmee aardappelen worden geschild [N 20 (zj)]
III-2-1
|
21086 |
schimmel |
schimmel:
šømǝl (L325p Horn),
voesschimmel:
vusšømǝl (L325p Horn)
|
Paard met een geheel of overheersend witte of grijsachtige vacht. Naarmate de leeftijd vordert, neemt het wit toe; schimmels worden niet geboren, ze ontstaan mettertijd. De vosschimmel is wit met rode of bruinachtige vlekken. [JG 1a, 1b; N 8, 63a en 63b; S 31]
I-9
|
21244 |
schip |
schip:
sjeep (L325p Horn, ...
L325p Horn),
šê.p (L325p Horn)
|
schip [RND], [SGV (1914)] || schip; de kapitein van het schip .... vroeger nog matroos geweest. [DC 45 (1970)]
III-3-1
|
21248 |
schipper |
schipper:
šipər (L325p Horn)
|
schipper [RND]
III-3-1
|
32855 |
schitbossen |
toezen:
tusǝ (L325p Horn)
|
Bossen van welig opschietend gras in de weide, op plaatsen waar koedrek heeft gelegen. De koeien laten deze bossen vaak staan; ze worden dan later in het seizoen afgemaaid. Overal is het meervoud opgenomen; behalve waar uitdrukkelijk anderszins aangegeven. [N 14, 85; N 14, 123 add.; monogr.]
I-3
|
18341 |
schoeisel |
t leer]:
vootgetuug (L325p Horn)
|
schoeisel, het geheel van schoenen, laarzen e.d. [voetgetöch [N 24 (1964)]
III-1-3
|
26502 |
schoen |
schoe:
šu (L325p Horn),
schoen:
šūn (L325p Horn)
|
Het kleine losse bakje onderaan het kaar dat tijdens het malen in schuddende beweging is. Het schoen staat de molenaar toe de graantoevoer naar de stenen te regelen. [N O, 19j; A 42A, 39; N D, 12; Sche 52; Vds 149; Jan 156; Coe 137; Grof 158; A 42A, 19]
II-3
|
18272 |
schoen: algemeen |
schoe:
schoe (L325p Horn),
sjoe (L325p Horn)
|
schoen [SGV (1914)] || schoen [skoewn, schoe, sjoe, schoon, sjoon] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18369 |
schoen: spotnamen |
kistje:
militair
kistjes (L325p Horn),
trapper:
trappers (L325p Horn)
|
schoen: spotbenamingen [N 24 (1964)]
III-1-3
|