e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Horn

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schuldig (zijn) schuldig (zijn): schöllig (Horn) schuldig [SGV (1914)] III-3-1
schulpzaag schulpzeeg: šølǝp˲zē̜x (Horn  [(het blad van de zaag is draaibaar)]  ), stelzeeg: štęlzē̜x (Horn  [(het blad van de zaag is draaibaar)]  ) Grote spanzaag, 0.80 tot 1.20 m lang, waarmee hout in de lengterichting van de houtvezels doorgezaagd kan worden. Het doorgaans draaibare blad van de zaag wordt in tegenstelling tot de spanzaag met behulp van een knop en een handvat vastgezet. De schulpzaag wordt door verschillende houtbewerkende beroepen gebruikt. Bij de wagenmaker bijvoorbeeld dient ze om velgen, berries en andere zware karonderdelen te zagen. Zie ook het lemma ɛschulpenɛ (pag. ).' [N 53, 7; N 53, 8g-h; N G, 22a; N I, 1; monogr.] II-12
schurft rui: roe (Horn) schurft [SGV (1914)] III-1-2
schurftmijt mijt: eigen spellingsysteem  miet (Horn), schurft: eigen spellingsysteem  shurft (Horn), sjurf (Horn) mijt die schurft veroorzaakt door gangetjes te graven in de huid van mens en dier [N 26 (1964)] III-4-2
schurk, smeerlap deugeniet: deugeneet (Horn) schavuit [SGV (1914)] III-1-4
schutter schutter: schötter (Horn), sjötər (Horn) schutter [RND], [SGV (1914)] III-3-2
schutters schutters: schötters (Horn) schutters (mv.) [SGV (1914)] III-3-2
schuurmiddel zand: zantj (Horn) schuurmiddel om metaal glanzend te maken - zand [DC 15 (1947)] III-2-1
seksen seksen: sɛksǝ (Horn) Bij kuikentjes de haantjes van de hennetjes afzonderen en ze vervolgens doden. Haantjes zijn er minder nodig en het is onvoordelig om die lang eten te blijven geven. [N 19, 58; JG 1a, 1b] I-12
sering kruidnageltje: ä =Duitse ä  kroetnägelkes (Horn, ... ) [DC 17 (1949)]sering [DC 17 (1949)] I-7, III-4-3