24469 |
blad (alg.) |
blad:
blaad (L325p Horn)
|
blad [SGV (1914)]
III-4-3
|
32972 |
blad, bladeren van een plant |
blad:
blāt (L325p Horn),
blader:
blāi̯ǝr (L325p Horn)
|
Blad, als deel van een plant. De meervouden en verkleinwoorden zijn apart behandeld. [JG 1a, 1b; A 3, 1; L 1, a-m; L 4, 1; L 14, 16; L 32, 21; S 3; R 7, 25; R 12, 26; monogr.]
I-4
|
33504 |
bladkool, snijkool |
los hoofdje:
los hötje (L325p Horn)
|
[N Q (1966)]
I-7
|
19978 |
blaffen |
kaffen:
kaffe (L325p Horn)
|
blaffen [SGV (1914)]
III-2-1
|
34405 |
blaten |
bleren:
blē̜rǝ (L325p Horn),
kaken:
kākǝ (L325p Horn)
|
Geluid voortbrengen, gezegd van een schaap. [N 19, 76a; S 52, add.; Vld.; monogr.]
I-12
|
24121 |
blauwborstje |
blauwborstje:
blawbursjtje (L325p Horn)
|
blauwborst (14 zomervogel met helderblauwe borst met witte stip (alleen de man), leeft verborgen in struiken bij het water; niet zo zeldzaam; zingt vaak vliegend; zang heel afwisselend, aapt allerlei vogels na; zang begint met [uuk...uuk...uuk] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
24473 |
blauwe bosbes |
bosbeer:
boeschbair (L325p Horn)
|
boschbes [SGV (1914)]
III-4-3
|
33808 |
blauwe en bruine schimmel |
blauwe schimmel:
blau̯ǝ šømǝl (L325p Horn),
bruine schimmel:
brunǝ šømǝl (L325p Horn)
|
De blauwe schimmel is overwegend blauw of grijsblauw, met zwarte manen. Bij de bruine schimmels zijn allerlei schakeringen mogelijk: lichtbruin, donkerbruin, goudbruin, kastanjebruin, roodbruin, zwartbruin of geappeld bruin. Sommige gelijken in kleur sterk op de vossen, maar onderscheiden zich van deze door hun zwarte manen, staart en poten. In principe worden alle paarden die bruine of rode dekharen, zwarte manen en staart hebben, beschreven als bruin. [N 8, 63b]
I-9
|
24122 |
blauwe reiger, reiger |
reiger:
reiger (L325p Horn, ...
L325p Horn)
|
reiger [SGV (1914)] || reiger (91 bekende vogel; grijs; hangkuif, donkere borstveren; algemeen langs het water; broedt in enkele kolonies in hoge bomen [N 09 (1961)]
III-4-1
|
24390 |
blauwe vleesvlieg, bromvlieg |
vleesvlieg:
vleisvleeg (L325p Horn)
|
bromvlieg (legt eieren in geslacht vlees) [DC 18 (1950)]
III-4-2
|