22393 |
troef |
troef:
troef (L325p Horn)
|
troef [SGV (1914)]
III-3-2
|
21385 |
troep |
troep:
troepe (L325p Horn)
|
troepen (mv.) [SGV (1914)]
III-3-1
|
34300 |
troep biggen in het algemeen |
klocht:
kloxt (L325p Horn)
|
In dit lemma wordt het begrip biggen of wat daarvoor in de plaats kan komen achter nest, toom enzovoorts niet gedocumenteerd. [N 19, 17; N 76, add.]
I-12
|
34464 |
troep kippen |
klocht:
kloxt (L325p Horn)
|
Varianten van kippen, hennen, hoenders enz. zijn niet gedocumenteerd. Zie hiervoor het lemma ''kippen'' (5.2.1). Alleen de benamingen voor troep zijn in dit lemma opgenomen. [N 19, 63; A 4, 18; L 4, 18; L 20, 18; S 37; monogr.]
I-12
|
22848 |
troeven (mv.) |
troeven (mv.):
troeve (L325p Horn)
|
troeven (mv.) [SGV (1914)]
III-3-2
|
22861 |
trommeltje |
trommetje:
trömkə (L325p Horn)
|
trommeltje [RND]
III-3-2
|
34198 |
trommelzucht |
te dik zijn:
(de koe is) tǝ dik (L325p Horn)
|
Een sterke gasophoping in de pens bij koeien vooral veroorzaakt dor het eten van nat of bedauwd gras en klaver. Deze trommelzucht belet, door druk op de longen, de ademhaling en leidt tot hevige benauwdheid die de dieren kan doen stikken (Berns 1983, blz. 129). Zie ook het lemma ''trommelzucht'', ''meteorisme'' in wbd I.3, blz. 468-471. [N 3A, 90; L 23, 1c; A 48A, 6; N C add.; monogr.]
I-11
|
18857 |
troosten; troost |
troosten:
tröste (L325p Horn)
|
troosten [SGV (1914)]
III-1-4
|
18690 |
trouwpak |
trouwpak:
trouwpak (L325p Horn)
|
trouwkostuum [t trouwdinge, trouwpak] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18169 |
trui |
tricot (fr.):
trico (L325p Horn, ...
L325p Horn,
L325p Horn),
vroeger
trico (L325p Horn),
trui:
trui (L325p Horn, ...
L325p Horn,
L325p Horn)
|
damestrui, kledingstuk zonder knopen [N 23 (1964)] || trui [maljo, sjtump, tricot] [N 23 (1964)] || Zou die trui goed blijven in de was? [DC 40 (1965)]
III-1-3
|