18310 |
bovenstuk van een jurk |
jak:
jak (L325p Horn)
|
lijfje, bovenstuk van jurk [baskien] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
19630 |
bovenverdieping |
bovenverdieping:
bōͅvəvərdēpeŋ (L325p Horn)
|
bovenverdieping [SGV (1914)]
III-2-1
|
19406 |
braadpan |
braadkelle:
braod-kèlle (L325p Horn)
|
pot, metalen ~ met twee oren; inventarisatie benamingen (bròòjpan, bakpan); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
20807 |
braadworst |
braadworst:
hoofdz. rood vlees
braodworst (L325p Horn)
|
braadworst [N 06 (1960)]
III-2-3
|
18953 |
braaf |
braaf:
braaf (L325p Horn),
het wicht is braaf (L325p Horn)
|
braaf [SGV (1914)] || braaf, gezegd van een kind [N 06 (1960)]
III-1-4
|
33653 |
braakland |
braakland:
brǭklanjtj (L325p Horn)
|
Stuk land of akker dat men één of meer jaren onbewerkt laat liggen alvorens het opnieuw te beploegen. [N 11, 6; N 27, 4b; N 27, 31; N 11A, 135; A 10, 4; A 33, 12; A 33, 14a; JG 1a, 1b, 2a, 2b, 2c; L 22, 13; L 1a-m; L 1u, 22; L 19b, 1a; S 4; Ale 253; monogr.]
I-8
|
33654 |
braakliggen |
braakliggen:
brǭkleqǝ (L325p Horn)
|
Land of een akker voor een tijd, soms voor meerdere jaren, onbebouwd laten liggen. Naast de werkwoordelijke woordtypen als braken en braakliggen komen er in dit lemma ook woordtypen voor die bijvoeglijk van aard zijn. Deze hebben grammaticaal de functie van een bepaling van gesteldheid bij de werkwoorden (laten) liggen en zijn, b.v. het land ligt braak, is hard, woest en b.v. het land (voor) vogelwei laten liggen, (in de) dries laten liggen enz. [N 11, 5; N 11, 6; N 11A, 134a; N 11A, 135; N 27, 4b; L 1a-m; L 22, 13; JG 1a, 1b, 1d; S 4; Wi 43; Ale 253; monogr.]
I-8
|
24501 |
braambes |
bramelten:
braomelt (L325p Horn),
brōͅməltə (L325p Horn),
bramerten:
braomerte (L325p Horn)
|
braam(bessen) [RND] || braam^bes || braambes [SGV (1914)]
III-4-3
|
33295 |
braambessen |
bramelten:
bromǝltǝ (L325p Horn),
bramerten:
brǭmǝrtǝ (L325p Horn)
|
Als aanvulling op de vraag die in het lemma Braam is behandeld werd ook geïnformeerd naar de benamingen van de vrucht van de braamstruik. [JG 1b gedeeltelijk, 1c, 2c]
I-5
|
24474 |
braamstruik |
brameltenstruik:
braomeltestroek (L325p Horn)
|
braamstruik [SGV (1914)]
III-4-3
|