24862 |
dolle kervel |
dolle kervel:
dǫlǝ kervǝl (L325p Horn)
|
Chaerophyllum temulum L. Een vrij algemeen voorkomend -naar men aanneemt: giftig- onkruid aan bosranden, akkerkanten en beschaduwde wegbermen met een behaarde, roodgevlekte stengel, witte bloempjes in schermen en veervormig, ingesneden donkergroen blad. Het bloeit van mei tot juli en de lente varieert van 60 tot 120 cm. [A 60A, 16; L 1, a-m; L 6, 35; L 15, 8; S 7; monogr.]
I-5
|
17908 |
dompelen |
dompelen:
dompele (L325p Horn),
in het water steken:
støke (L325p Horn)
|
dompelen [SGV (1914)]
III-1-2
|
25120 |
donderen |
donderen:
dóndere (L325p Horn),
hommelen:
hommele (L325p Horn),
hómmele (L325p Horn)
|
donderen [SGV (1914)] || donderen [hommelen] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25122 |
donderslag |
donderslag:
dôndərslāāg (L325p Horn)
|
hevige donderslag [ketterslag, kletteraar] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25121 |
donderwolk |
bonk:
Nb. Bunk = meervoud van bonk.
bunk (L325p Horn),
donderkoppen:
dónderköp (L325p Horn),
donderlucht:
dóndərlógt (L325p Horn)
|
lucht die onweer en regen voorspelt [broeilucht, smerige lucht, donderlucht, schoer] [N 81 (1980)] || zware wolken die onweer brengen [donderkoppen, -bloesem] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25118 |
donderx |
donder:
den dónder (L325p Horn),
donder (L325p Horn),
hommel:
hommel (L325p Horn)
|
donder [N 22 (1963)], [SGV (1914)]
III-4-4
|
25855 |
donker bier |
bokbier:
bǫkbēr (L325p Horn),
bruin bier:
brūn bēr (L325p Horn),
donker bier:
dǫŋkǝr bēr (L325p Horn),
duister bier:
dȳstǝr bēr (L325p Horn)
|
Bier dat gebrouwen is uit donkere mout. Volgens de invuller uit Q 99 had dit bier een alcoholpercentage van 3,5 procent. [N 35, 96; monogr.]
II-2
|
25021 |
donker, duisterx |
duister:
duuster (L325p Horn)
|
donker [donkel, duuster, domp] [N 06 (1960)]
III-4-4
|
20324 |
dood (bn.) |
dood:
doid (L325p Horn),
duət (L325p Horn),
dôêt (L325p Horn)
|
dood [SGV (1914)] || dood (bijv.) [DC 03 (1934)] || dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND]
III-2-2
|
20432 |
doodskist |
kist:
kist (L325p Horn, ...
L325p Horn)
|
doodskist; hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd [DC 23 (1953)] || Hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd? [DC 23 (1953)]
III-2-2, III-3-3
|