e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Horn

Overzicht

Gevonden: 3465
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
door elkaar, verward dooreen: doorein (Horn) dooreen [SGV (1914)] III-4-4
doordeweekse (werk)schort blauwe scholk: blawe sjolk (Horn), in de keuken de blauwe scholk werd nooit gestreken, doch keurig in gelijke rechthoekjes gevouwen na het wassen  blauwe scholk (Horn) schort, blauwlinnen (werk) ~ voor door de week [N 24 (1964)] || zijn er verschillende namen voor verschillende soorten van deze kledingstukken ? [DC 15 (1947)] III-1-3
doordeweekse kleren werkeldaagse kleren: werkeldaase kléjer (Horn) door-de-weekse kleren [t s werkendagse dinge, werkdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
doordeweekse mis doordeweekse mis: door de waikse mes (Horn) Een door-de-weekse mis. [N 96B (1989)] III-3-3
doorn, stekel doorn: klinkt, zooals t Fransch, in: votre ami  daore (Horn), doorn (mv.): deŭjer (Horn), dör (Horn), døͅr (Horn) doorn [SGV (1914)] || doornen [DC 23 (1953)], [RND] || doorns [SGV (1914)] III-4-3
doornenkroon doornenkroon: døͅrəkroͅun (Horn) De doornenkroon, een kroon van doornen. [N 96B (1989)] III-3-3
doornstruik doornenstruik: deurenstroek (Horn) doornstruik [SGV (1914)] III-4-3
doorschieter doorschieter: dōršētǝr (Horn) Aardappelstruik waaraan zich door overmatige groei steeds nieuwe scheuten en aardappeltjes vormen. [N 12, 9; monogr.] I-5
dopen dopen: duipen (Horn), dö.ypə (Horn, ... ), soppen: soppe (Horn) doopen [SGV (1914)] || doopen (dopen) [RND] || dopen [RND] || indopen van het brood b.v. in de koffie: soppen [N 08 (1961)] III-2-3, III-3-3
dorp dorp: dŭrp (Horn) dorp [SGV (1914)] III-3-1