e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Horn

Overzicht

Gevonden: 3465
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
eelt, eeltknobbel zwel: zjweel (Horn), zweel (Horn) eelt, eeltknobbel [SGV (1914)] || eelt, eeltknobbel [zweel, zweil, weer, jelt] [N 10a (1961)] III-1-2
eeltwrat, zweelwrat wrat: vrat (Horn) Wratvormige uitwassen (zweel = eelt) binnenwaarts aan de hoofdschenkels van voor- en achterpoten. Ze zijn, net als de vingerafrukken bij de mens, volkomen individueel. Men veronderstelt dat ze overblijfselen van een extra teen of aanhangsel zijn. Zie afbeelding 2.27. [A 4, 2e; L 20, 2e; N 8, 32.1, 32.3, 32.4, 32.13, 32.15 en 32.16] I-9
een aflaat verdienen aflaat verdienen: aaflaot verdeene (Horn) Een aflaat verdienen/winnen/bekomen/halen/bidden [ne ablas verdeene?]. [N 96B (1989)] III-3-3
een borrel drinken een achterover slaan: éjnə àchtərèùvər slaon (Horn), proeven: preuvə (Horn), prēūvə (Horn) jenever drinken; Hoe noemt U: Jenever drinken (proeven, likken) [N 80 (1980)] III-2-3
een boterham smeren een boterham smeren: ēͅi̯n bu̞təram šmēͅrə (Horn) smeren [RND] III-2-3
een ei ei: ē̜.i̯ǝ (Horn) [L 1a-m; L 3, 8; L 5, 79; L 26, 13b; L 30, 18b; L 35, 7; JG 1b; RND 123; Vld.; monogr.] I-12
een ei afpellen schellen: šɛlǝ (Horn) Een ei van de schaal ontdoen. [N 19, 55b; A 39, 9b] I-12
een ei schouwen schouwen: šǫu̯ǝ (Horn) Men schouwt een ei om na te gaan of het bevrucht is en of het nog goed is voor consumptie. Men doet dit door het ei naar het licht te houden. Ook kan men controleren of het ei goed is door het in water te leggen. Als het zinkt, is het goed. [N 19, 56] I-12
een haan snijden kapuinen: kapȳnǝ (Horn) Een haan castreren. [N 19, 60b; monogr.] I-12
een huis huren huren: hy(3)̄rə (Horn) huren [SGV (1914)] III-2-1