21274 |
geld |
geld:
dje mot geld hebben vür te koennen betalen (Q165p Horpmaal)
|
Hoe zegt ge in uw dialect: "ge moet geld hebben om kunnen te betalen"of "ge moet geld hebben om te kunnen betalen"? De gehele uitdrukking weergeven. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
18254 |
gesp |
gesp:
gɛjps (Q165p Horpmaal)
|
de gesp aan de broek [N 59 (1973)]
III-1-3
|
18543 |
gestreepte broek |
gestreepte broek:
gestreepte broek (Q165p Horpmaal)
|
de gestreepte broek van het jacquet [N 59 (1973)]
III-1-3
|
18519 |
getailleerd colbert |
gecentreerde paletot (fr.):
gecentreerde palto (Q165p Horpmaal)
|
een getailleerd colbert [N 59 (1973)]
III-1-3
|
19092 |
gevaarlijk |
perikelijk:
bé vuur spelen is prijkelijk (Q165p Horpmaal)
|
Met vuur spelen is gevaarlijk. [ZND 37 (1941)]
III-1-4
|
19093 |
gevaarlijke kerel |
periculeus:
da’s eene prèkelouze kjaal (Q165p Horpmaal)
|
Dat is een gevaarlijke kerel. [ZND 37 (1941)]
III-1-4
|
21495 |
griffel |
griffel:
en griffel (Q165p Horpmaal)
|
De stift, waarmee op die lei wordt geschreven. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
17549 |
grof gebouwde vrouw |
flots:
flots (Q165p Horpmaal),
machochel:
machoechel (Q165p Horpmaal)
|
Hoe heet een dik en log vrouwmens (machochel, machoechel, of iets anders) ? [ZND 38 (1942)]
III-1-1
|
18541 |
gulp van een broek |
gaar:
goͅər (Q165p Horpmaal),
pispoort:
pispoət (Q165p Horpmaal)
|
dit split [N 59 (1973)]
III-1-3
|
20820 |
ham, hesp |
hesp:
heͅi.ps (Q165p Horpmaal),
schouder:
van voorpoot
sxōrə (Q165p Horpmaal)
|
ham [Goossens 1b (1960)]
III-2-3
|