e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L246p plaats=Horst

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
havermout havermout: havermout (Horst) havermout [SGV (1914)] III-2-3
havik havik: sperwer, havik (Horst) sperwer / havik (35 / 55 vrij ronde vleugels en lage staart; gestreepte onderkant, gele ogen; komen onverwachts laag aanvliegen en grijpen dan de verraste prooi; de kleine soort vaak op trek; s winters ook in stad en dorp; de grote broedt zeldzaam in g [N 09 (1961)] III-4-1
hazelnoot hazenoot: heisenoot (Horst) hazelnoot [SGV (1914)] III-4-3
hazelworm salamander: salemander (Horst) hazelworm: Hoe noemt u de hazelworm, een pootloze hagedis die op de heide leeft en wel wat op een kleine slang lijkt? [N100 (1997)] III-4-2
hebzuchtig hebberig: hebberig (Horst) een sterke begeerte naar geld hebben [hebbig, gewarig, greeg (zijn)] [rijven] [N 89 (1982)] III-3-1
hecht van een mes hecht: hicht (Horst) heft [SGV (1914)] III-2-1
heen en weer (bewegen) op en af: hie lūūpt op en af (Horst), op en af lôêpe (Horst), op en neer: op en neer lôêpe (Horst), op ter neer: heij luupt op ter neer (Horst) heen en weer lopen [op en aaf lope] [N 07 (1961)] III-4-4
heen en weer ploegen op en neer bouwen: op, ɛn nēr bǫu̯ǝ (Horst), voor de voet bouwen: vør dǝ vōt˱ bǫu̯ǝ (Horst) Onder heen en weer ploegen wordt verstaan de manier van ploegen waarbij men aan één kant van de akker begint en dan de ene voor naast de andere ploegt tot men tenslotte de overzijde bereikt heeft. Het volgende jaar ploegt men andersom. De akker blijft steeds vlak; er ontstaan geen verhogingen of verlagingen. Heen en weer ploegen is alleen mogelijk met een wentelploeg of met een keerploeg, een ploeg waarvan men het kouter en het riester kan verstellen. Met beide soorten ploegen kan men dus langs de laatstgeploegde voor terug ploegen. [N 11A, 117a; monogr.] I-1
heer prins: prî:ns (Horst) heer [RND] III-3-1
heerszuchtig bazig: bazig (Horst) een sterke neiging tot heersen of overheersen hebbend [heerzaam, heerzuchtig] [N 85 (1981)] III-1-4