e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L246p plaats=Horst

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kop verwijderen doorsnijden in de knik: dōrsni-jǝ en dǝ knek (Horst) Nadat de kop afgehuid is, wordt hij van het lijf gesneden of gehakt. [N 28, 44; monogr.] II-1
kop, maat van 5 liter kop: (fruit).  kòp (Horst) de maat die een inhoud aangeeft van 5 lier [kop, kwartier] [N 91 (1982)] III-4-4
kopen kopen: koeəpe (Horst), kōēpə (Horst) koopen [SGV (1914)] || kopen (geen context) [DC 37 (1964)] III-3-1
koper roodkoper: rūwt kūwpǝr (Horst  [(halfmetaal van roodbruine kleur)]  ) In zuivere toestand een roodachtig-bruin metaal, zeer rekbaar en weker dan smeedijzer. Geelkoper of messing is een legering van koper met ca. 30 tot 40% zink en meestal een weinig tin. [N 66, 58a-b; monogr.] II-11
koperslaan koperslaan: kūwpǝrslǭn (Horst) Het vak van koperslager uitoefenen. Zie ook het lemma ɛkoperslagerɛ.' [N 66, 59] II-11
koperslager koperslager: kūwpǝrslɛ̄gǝr (Horst) Ambachtsman die koperen voorwerpen vervaardigt voor huishoudelijk gebruik. Zie ook de paragraaf over de koperslager. Het woord ɛpompenmakerɛ werd in Venray (L 210) en omstreken ook gebruikt voor een loodgieter. Vgl. het lemma "loodgieter".' [N 66, 54a; L 34, 17a-b; Wi 2 add.; monogr.] II-11
koperslagerij koperslagerij: kūwpǝrslɛ̄gǝręj (Horst) Werkplaats van een koperslager. [N 66, 54d; monogr.] II-11
koperwiek koperwiek: koperwiek (Horst) koperwiek (21 lijkt op zanglijster [019], maar met rossige plek op zij en vleugel; alleen op trek en s winters, meestal in grote troepen; roep schril [srieieieie]; zachte zang [N 09 (1961)] III-4-1
kopieerwieltje radje: rętjǝ (Horst) Een scherp getand wieltje aan een handvat om patronen uit te raderen. Zie afb. 5. [N 59, 4] II-7
kopje kopje: køͅpkə (Horst) een kop koffie [SGV (1914)] III-2-1