e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L246p plaats=Horst

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nagel nagel: nagel (Horst, ... ), nāgel (Horst) nagel [DC 01 (1931)] III-1-1
nagelbloem (clethra alnifolia) nagelbloem: nagelbloom (Horst) nagelbloem (anjelier) [SGV (1914)] III-2-1
nagieten afspoelen: āfspø̄lǝ (Horst) Nadat de haren afgekrabd zijn, wordt het dier met koud water afgespoeld; enerzijds om achtergebleven haren en eventueel vuil te verwijderen, anderzijds om het nascheren gemakkelijker te maken. [N 28, 26] II-1
nagras, tweede hooioogst groe(n)maad: grǫmǝt (Horst), nagras: nǫgrās (Horst), nahooi: nǫhȳǝi̯ (Horst) De opbrengst van de tweede maal dat er gehooid wordt, doorgaans eind augustus; zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 128b, JG 1a, 1b en 2b; A 4, 26a; A GV, 2Gr.; L B2, 345; L 5, 8; L 14, 15; Gwn 7, 10; Wi 58; S 25; monogr.] I-3
nascheren nabranden: nǭbrandǝ (Horst) De haren die na het afkrabben van de opperhuid zijn blijven zitten met een mes of iets dergelijks verwijderen. [N 28, 32; N 28, 25; monogr.] II-1
nauw, eng eng: ing (Horst), nauw: naw (Horst), smal: smaal (Horst) klein van in- of doorgang, niet wijd, met weinig ruimte [bekremmeld, eng, strang, nauw] [N 91 (1982)] || nauw [SGV (1914)] III-4-4
nauwelijks stekende bijen rustige bijen: rø̜stegǝ bejǝ (Horst) Volk dat nauwelijks steekt. Het ene ras is zachtaardiger dan het andere. Dit kan een gevolg zijn van veredeling op zwermtraagheid en krachtig broeden. Deze twee factoren verminderen de lust tot steken. [N 63, 73e; Ge 37, 126; monogr.] II-6
nauwgezet; nauwgezet persoon geen kerkenwerk: negatief  əd is gén kérkəwérrək (Horst), nauw: van een werk  ət hūūrt sich nòw (Horst), secure piet: ənə səkūūrə pĭĕt (Horst), secuur: sekuur (Horst) Hij is op zijn punt - sekuur (a.gezegd v.e. persoon; b.v.e. werk) [RND] || met zorg en aandacht te werk gaand, niet slordig of oppervlakkig [consciëntieus, secuur, precies, weiger] [N 85 (1981)] III-1-4
navel nagel: Oudere mensen gebruiken dit woord wel eens.  nagel (Horst), navel: navel (Horst) navel [DC 02 (1932)] III-1-1
navelbandje navelbandje: navelbendje (Horst) navelbandje [nagelbendje] [N 25 (1964)] III-2-2