e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L246p plaats=Horst

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
puber herfsthaan: herfshaan (Horst) puber; iemand tussen 15 en 18 jaar, in de levensperiode waarin de geslachtsrijpheid optreedt en zichzelf ontwikkelt, tevens periode van geestelijke rijping [puber, aankomeling] [N 86 (1981)] III-2-2
puimsteen puimsteen: pymstiǝn (Horst) Lichte poreuze gestolde lava met een sponsachtig uiterlijk voor het polijsten van houtwerk en het inschuren van natte grondverf. De 'Gotlandsteen' (Q 162) is een zeer fijnkorrelige zandsteen uit Gotland in Zweden, harder dan puimsteen, die voor fijn schuurwerk wordt gebruikt. [S 29; L 40, 80; N 67, 60c; Renders 1; monogr.] II-9
puistjes puistjes: puuskes (Horst) puistjes [bultjes, botsels, brobbels] [N 10 (1961)] III-1-2
punt, stip punt: peunt (Horst, ... ), punt (Horst) een zeer klein rond teken, een punt [stip, tikske] [N 91 (1982)] || punt [SGV (1914)] III-4-4
purper, paarsrood purper: pürper (Horst) de kleur paarsrood [purper, pilper] [N 91 (1982)] III-4-4
putemmer putemmer: pøtīmər (Horst) [N 12 (1961)] I-7
putgalg putstijl: putstijl (Horst) [N 12 (1961)] I-7
puthaak putgard: pøtgēͅrt (Horst) [N 12 (1961)] I-7
putter putter: putter (Horst), puttertje: putter(ke) (Horst) putter || putter (12 man en pop gelijk; rood gezicht, geel in vleugel, wit in staart; hier alleen op trek; vrij schaars; distelliefhebber; zang is vrolijk, druk gedjiedel; veel in kooi [N 09 (1961)] III-4-1
putzwengel putbalk: putbalk (Horst), pøtbalk (Horst), putzwing: pøtzweŋ (Horst), wip: wep (Horst) [N 12 (1961)] [SGV (1914)] I-7