e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L246p plaats=Horst

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ros ros: rǫs (Horst) Thans is het woord ros niet meer gangbaar; het is nog wel vermeld in de enquête van Willems. In enkele dialectwoordenboeken toegelicht als "niet meer gebruikelijk". Het woord leeft nog voort in roskam(men), rosdoek, rosmolen en rossig. [Wi 16] I-9
roskammen roskammen: rǫskamǝ (Horst) Met borstel en kam - zie het volgende lemma - reinigen. [N 8, 102] I-9
rot rot: rot (Horst) Rot, gezegd van fruit (rotterig, rotsig, rot, meluw). [N 82 (1981)] III-2-3
rot, van fruit rot: rot (Horst), verfrunseld: verfruntseld (Horst), verschrompeld: verschrompeld (Horst) Rot, gezegd van fruit (rotterig, rotsig, rot, meluw). [N 82 (1981)] || Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)] I-7
rotstraal rotstraal: rǫtstrǭl (Horst) Ziekte bestaande in een rotting van de hoornstraal van de hoef, vooral tengevolge van het onhygiënische omstandigheden op stal zoals het langdurig staan in vochtige mest en urine, waardoor de hoeven verweken. Uit de straalgroeve loopt een wit, stinkend vocht. Als de straallederhuid eveneens wordt aangetast, kan kreupelheid optreden. Zie ook het lemma ''straalkanker'' (7.31). Zie afbeelding 15.' [A 48A, 18; N 8, 90l; N 52, 32c; monogr.] I-9
rotten verfronselen: verfruntseld (Horst), verschrompelen: verschrompeld (Horst) Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)] III-2-3
rouwpoffer/rouwmuts tulen muts: tule muts (Horst) muts met poffer, minder kostbaar of minder uitgedost dan de grote witte muts, die bij rouwgelegenheden wordt gedragen [rouwpoffer] [N 25 (1964)] III-2-2
rouwsluier aan een hoed vouwvoile-tje: vouwvuu:lke (Horst) rouwsluier(s) aan een hoed [N 25 (1964)] III-2-2
roven roven: rūvǝ (Horst) Het nemen van honing door bijen bij andere volken. Bepaalde bijen zijn roofziek van aard en zij proberen honing te bemachtigen overal waar ze die kunnen aantreffen. De aangevallenen proberen de woning wel te verdedigen maar lang niet altijd lukt dat. Overwinnen de rovers, dan wordt heel de korf of kast leeggedragen. Roven kan leiden tot veldslagen tussen bijenvolken, waarbij niet veel bijen overleven. [N 63, 67a; N 63, 67b; Ge 37, 95] II-6
royaal royaal (<fr.): rejaal (Horst) royaal [DC 02 (1932)] III-3-1