e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L246p plaats=Horst

Overzicht

Gevonden: 3618
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
buitenspeler add. linksbinnen: linksbinnen (Horst) Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)] III-3-2
buitenzak op een jas zijtas: ziejtes (Horst) de buitenzak [N 59 (1973)] III-1-3
buizerd buizerd: buizerd (Horst), buizert (Horst) buizerd || buizerd (54 grote, plompe, slome vogel; brede vleugels en korte staart; vaak op paaltjes in weilanden; vaak te zien; broedt zeldzaam in bossen [N 09 (1961)] III-4-1
bulderen van de storm bulderen: böldere (Horst) een sterk rommelend of dreunend geluid geven, gezegd van bijv. een storm of een kanon [rullen, bulderen, burrelen] [N 91 (1982)] III-4-4
bultbroed bultbroed: bøltbrōt (Horst) Darrenbroed ontstaan uit eitjes van een leggende werkbij. De cellen worden door de werksters in dit geval voorzien van een zeer hoog gewelfd deksel, vandaar de benaming bultbroed. Bultbroed kan echter ook ontstaan, wanneer een gewone moer onbevrucht is gebleven of door ouderdom of letsel niet langer in staat is bevruchte eieren af te zetten. Deze moer wordt dan ook darrenbroedig. [N 63, 62b; N 63, 27; N 63, 24b] II-6
bundel groenten bos: bŏĕs (Horst) Een bundel samengebonden groenten zoals asperges, prei, etc. (bussel, bos). [N 82 (1981)] III-2-3
bundel, bussel bos: boes (Horst, ... ), bussel: bŏĕsel (Horst) bundel [SGV (1914)] || een aantal bij elkaar staande voorwerpen [trobbel] [N 91 (1982)] III-4-4
bunder, maat van 10.000 m2 (hectare) bunder: boender (Horst, ... ) bunder [SGV (1914)] || de maat die een oppervlakte aangeeft van 10.000 vierkante meter [bunder, hond, hectare] [N 91 (1982)] III-4-4
bunzing ulk: ilk (Horst, ... ), illik (Horst), illuk (Horst) bunzing [DC 07 (1939)], [Roukens 03 (1937)], [SGV (1914)] || ulk (bunzing) [SGV (1914)] III-4-2
burries van de landrol bomen: bȳǝm (Horst), burries: bø̜ris (Horst) De beide bomen aan het raam van de ijzeren rol, waartussen het paard wordt ingespannen. [JG 1a; N 11A, 185d; monogr.] I-2