18659 |
andere nachtkleding |
nachtneusdoek:
nachneuzik (L246p Horst)
|
nachtkleding: inventarisatie overige soorten; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18662 |
andere nachtkleding: nachtsokken |
nachtsokjes:
nachzeukskes (L246p Horst)
|
nachtkleding: inventarisatie overige soorten; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)]
III-1-3
|
28580 |
angel |
angel:
aŋǝl (L246p Horst)
|
Het verdedigingsmiddel van de bij dat zich aan het achterlijf bevindt. Het is een scherp, hol spiesje, van weerhaakjes voorzien en verbonden met een gifblaasje. Hiermee steken moer en werkbij. De dar mist dit wapen. [N 63, 73a; L 32, 26; JG 1a+1b; monogr.]
II-6
|
19312 |
angst |
angst:
engs (L246p Horst),
èngst (L246p Horst)
|
angst [SGV (1914)] || het gevoel van beklemming en vrees, veroorzaakt door een [wezenlijk of vermeend] dreigend onheil of gevaar [angst, schijt, schrik] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19819 |
anjer, anjelier (dianthus caryophyllus l.) |
nagelbloem:
-
nagelbloom (L246p Horst)
|
tuinanjer [SGV (1914)]
III-2-1
|
21251 |
anker |
anker:
nasale
anker (L246p Horst)
|
anker [SGV (1914)]
III-3-1
|
21829 |
antwoorden |
antwoorden:
antwaorde (L246p Horst)
|
ten antwoord geven [antwoorden, anderen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
33494 |
appelboom |
appelboompje:
Vraag: "appelboomjes", diminutief gelaten; enkelvoud opgenomen
appelbumke (L246p Horst)
|
[DC 03 (1934)]
I-7
|
24119 |
appelvink |
appelvink:
appelvin:k (L246p Horst)
|
appelvink (18 grote snavel, kort staartje; grote vogel; zeer schuw; zeldzaam; vreet vruchtenpitten; roep [ptik] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
21848 |
arbeid |
knuren:
knuure (L246p Horst),
pezen:
vgl. Meerlo-Wanssum Wb. (pag. 220): pèze, de pezen er af halen. Boeëne pèze.
peeze (L246p Horst)
|
het werken, het arbeiden [foter, werk] [N 89 (1982)]
III-3-1
|