20513 |
metworst |
boerenmetworst:
boremetwó.rs (L246p Horst),
droogworst:
druugwors (L246p Horst),
metworst:
metwòrs (L246p Horst),
zowel braad- als droogworst
metwòrs (L246p Horst)
|
metworst [N 06 (1960)] || metworst; Hoe noemt U: Worst met gehakt (varkens)vlees (metworst, snijworst, saucisse) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21585 |
mevrouw |
mevrouw:
(= deftiger).
mevrouw (L246p Horst)
|
hoe spreekt u een getrouwde vrouw aan? [mevrouw, madam] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
20573 |
middagmaal |
middag, de -:
klemtoon op daag
medaag (L246p Horst),
middagseten:
12 uur
middaagsaete (L246p Horst)
|
maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: middag [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
22877 |
midvoor |
spil:
spil (L246p Horst)
|
Midvoor. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|
24352 |
mier |
zeikdempel:
zeikdempel (L246p Horst, ...
L246p Horst)
|
mier, alg. [DC 43 (1968)] || mier, zwarte [DC 43 (1968)]
III-4-2
|
33555 |
mierikswortel |
mierikswortel:
mierikswortel (L246p Horst)
|
De vlezige scherpe wortel van de mierik, mierikswortel (mierikswortel, peperwortel, meerradijs, kiek, tiek). [N 82 (1981)]
I-7
|
21745 |
mikken |
mikken:
mikə (L246p Horst)
|
lonken (mikken) [RND]
III-3-2
|
19360 |
minachten; minachtend |
neerkijken:
neerkiëke (L246p Horst)
|
blijk gevend van minachting, met minachting [afhoudig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18795 |
minderen |
minderen:
mindere (L246p Horst)
|
minderen [SGV (1914)]
III-1-3
|
20406 |
minderjarig |
minderjarig:
minderjø͂ͅrig (L246p Horst)
|
minderjarig [SGV (1914)]
III-2-2
|