e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Horst

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mouwschort mouwenschort: moweschort (Horst, ... ) schort met mouwen [N 24 (1964)] III-1-3
mouwsplitje splitje: spletjǝ (Horst) Het splitje onder aan de mouw van het colbert. [N 59, 131a] II-7
mouwvoering aannaaien aannaaien: annęjǝ (Horst) De voering van de mouw aan het armsgat hechten. [N 59, 127] II-7
muik muik: moeuk (Horst), moeək (Horst) Kent u een woord voor een geheime bergplaats voor onrijp fruit? Vroeger legden de kinderen vruchten, vooral appels, die ze onrijp geplukt hadden, op een verborgen plekje in het hooi of stro om zacht te worden. Voorbeelden met woorden voor deze bergplaats [DC 31 (1959)] || meuk [SGV (1914)] III-2-3
muilpeer muilpeer: moelpêr (Horst) muilpeer, slag op de kaak [SGV (1914)] III-1-2
muiltje slof: sloofe (Horst), sloofen (Horst) Hoe noemt men de muilen? [DC 09 (1940)] || Muiltje. Thuis dragen veel mensen in plaats van schoenen pantoffels of muilen. De eerste hebben wel, de andere geen opstaande achterkant. Hoe noemt men die zonder achterkant? [DC 44 (1969)] III-1-3
muis muis: moeəs (Horst), mōēs (Horst) muis [DC 35 (1963)], [SGV (1914)] III-4-2
muis (mv.) muis (mv.): muus (Horst) muizen (mv.) [SGV (1914)] III-4-2
muizen muizen: muze (Horst) muizen (ww) [SGV (1914)] III-2-1
muts met pompon kaboutermuts: kaboutermoets (Horst) muts, wollen spits toelopende ~ met pluim of kwast [N 25 (1964)] III-1-3