32377 |
pasbank |
snijbankje:
snējbɛŋkskǝ (L246p Horst)
|
Bankje, tafeltje of houten blok waarop de ene klomp van een paar in wording, model staat voor de andere. De linker- en de rechterklomp van een paar moeten elkaars spiegelbeeld zijn. [N 97, 12; A 29a, 3]
II-12
|
28861 |
paskoord |
gimp:
gēmp (L246p Horst)
|
Met katoen omspannen metaaldraad die ter versterking van het knoopsgat strak en vlak langs de snede van het knoopsgat wordt vastgenaaid. Zie afb. 1. [N 59, 8]
II-7
|
28883 |
paskoordnaald |
gimpnaald:
gēmpnalt (L246p Horst)
|
Tijdens het bevestigen van het paskoord rondom het te maken knoopsgat gebruikt men de paskoordnaald om het paskoord aan te hechten en strak en vlak langs de snede van het knoopsgat te spannen (Papenhuyzen III, pag. 17). De paskoordnaald is 6 à 8 cm lang en loopt naar het oog wat dik toe. Het oog is flink groot, omdat het paskoord erdoorheen moet (idem, pag. 12). Zie afb. 10. [N 59, 12]
II-7
|
28897 |
paspop |
buste:
byst (L246p Horst)
|
Pop waarop men gemaakte kleren past. Er zijn verschillende soorten paspoppen, bijv. harnassen van metalen ringetjes die van voren of van achteren kunnen worden gesloten of pasvormen van geprepareerd papier of karton (Morand, pag. 35). Er bestaan echter ook standaard-paspoppen, zowel voor mannen, vrouwen als kinderen. [N 59, 33]
II-7
|
18183 |
passen |
passen:
passe (L246p Horst),
pāsǝ (L246p Horst)
|
Een kledingstuk passen om te zien of het goed zit en de juiste maat heeft. [N 59, 73; N 62, 8; L 48, 1; monogr.] || nauwkeurig sluiten, goed staan, gezegd van kleding [passen] [N 86 (1981)]
II-7, III-1-3
|
28898 |
passpiegel |
spiegel:
spēgǝl (L246p Horst)
|
Grote spiegel waarin men zich helemaal kan zien, ten voeten uit. [N 59, 34]
II-7
|
23237 |
pastoor |
pastoor (<lat.):
pəstuər (L246p Horst)
|
pastoor [RND]
III-3-3
|
23236 |
pastorie |
pastorie:
i-klank
pasterij (L246p Horst)
|
pastorie [SGV (1914)]
III-3-3
|
20685 |
patates frites |
friet:
friet (L246p Horst),
frieten:
frite (L246p Horst),
patat friet:
pətat friet (L246p Horst)
|
de staafjes aardappel die in vet gebakken en ook wel in zakjes verkocht worden? [DC 46 (1971)]
III-2-3
|
23296 |
pater |
pater (lat.):
patər (L246p Horst)
|
pater [RND]
III-3-3
|