18803 |
geheugen |
geheugen:
geheuge (L246p Horst),
herinnering:
herinnering (L246p Horst)
|
het vermogen om zich dingen te herinneren [geheugen, memorie] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19263 |
gehoorzamen |
luisteren:
luustere (L246p Horst, ...
L246p Horst,
L246p Horst)
|
een bevel opvolgen [pareren, luisteren, gehoorzamen] [N 85 (1981)] || gewillig of bereidwillig bevelen of aanwijzingen opvolgend, vooral gezegd van kinderen in betrekking tot ouders [gehoorzaam, gewarig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21317 |
gehucht |
buitenij:
boeteneje (L246p Horst)
|
gehucht [SGV (1914)]
III-3-1
|
18882 |
gehuil, geschrei |
gebeuk:
gebeuk (L246p Horst)
|
het huilen, het wenen [grijs] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17960 |
gehurkt zitten |
op de hukjes zitten:
op de hŭŭkskes zitten (L246p Horst)
|
hurken, op zijn ~ zitten [op de huuke, op znen huik, op zn huiketjes zitte] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
27539 |
geit |
geit:
gē̜i̯t (L246p Horst)
|
Geit in het algemeen. Ten aanzien van germ merken enkele informanten (L 292 (Heythuysen), Q 99 (Meerssen), 111* (Ransdaal)) op dat hiermee een vrouwelijke geit wordt bedoeld. Zie afbeelding 7. [N 77, 74; L 14, 32; A 9, 20; JG 1a, 1b; Wi 7; NE I, 16; AGV, m3; Gwn 5, 13; Vld.; monogr.; S, Q 105 add.; S 10, add.]
I-12
|
19265 |
gek |
gek:
gek (L246p Horst),
gewapt:
gewap (L246p Horst),
maf:
maf (L246p Horst)
|
onverstandige, ergerlijke of gekke dingen doend of zeggend [dwaas, mal, zot, gek] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19337 |
gekheid maken |
plagen:
plaoge (L246p Horst)
|
gekheid maken [mallen, follen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21120 |
gekneusd |
geblutst:
geblutst (L246p Horst)
|
Een appel of peer oppervlakkig beschadigen zoda er een zachte plek ontstaat (blutsen, kneuzen, keuzen). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
17580 |
gekruld haar |
gekruld haar:
gekruld hàòr (L246p Horst)
|
gekruld haar [N 10 (1961)]
III-1-1
|