33999 |
met de zweep slaan of geluid geven |
kletsen:
klɛtsǝ (L414p Houthalen),
smakken:
smakǝ (L414p Houthalen)
|
Het slaan met de zweep brengt een knallend geluid voort. Terwijl in de enquête van J. Goossens het werkwoord zwepen in de jaren vijftig enkel voor Achel (L 282) en Hamont (L 286) werd opgetekend, vermeldt de enquête van P. Willems (1885)het nog voor een groot aantal gemeenten uit de beide Limburgen. Zie in dit verband ook ros voor "paard" (WLD I, afl. 9, p. 5). [JG 1a, 1b, 2c; L 8, 141a; Wi 42; monogr.]
I-10
|
22760 |
met een priktol spelen |
cirkelspel:
De jongens werpen op elkaars werptollen om deze buiten den kirng t ewerp. Diegene wiens tol buiten den cirkelomtrek wordt geworpen is verloren.
cirkelspel (L414p Houthalen)
|
Welke bijzondere spelen doen de kinderen met de priktol? Beschrijf kort. [ZND 16 (1934)]
III-3-2
|
22762 |
met een priktol spelen in een cirkel |
ringdoppen:
priktol wordt in midden van kring geplaatst en anderen kappen er op al doppend totdat de geplaatste dop uit cirkel vliegt. Wiens bol daarbij blijft liggen in den kring wordt prooi van de verdere aanvallen.
ringdobbe (L414p Houthalen)
|
Welke bijzondere spelen doen de kinderen met de priktol? Beschrijf kort. [ZND 16 (1934)]
III-3-2
|
17946 |
met grote stappen lopen |
schrijden:
sxrējən (L414p Houthalen)
|
stappen, grote ~ maken [stuppen] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
34140 |
met opgeheven staart rondlopen |
biezen:
bēzǝ (L414p Houthalen)
|
[N 3A, 9a; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11
|
34011 |
met staande kar varen |
staande kar:
stuǝndǝ kɛ̄.r (L414p Houthalen)
|
Met één paard en twee of drie karren rijden. Als men met twee karren rijdt, haalt het paard met de ene kar een lading bij, terwijl de tweede kar ontladen wordt. Als men met drie karren rijdt, is men, terwijl het paard met een eerste kar onderweg is, op de ene plaats een tweede kar aan het laden en op de andere een derde aan het ontladen. [JG 1a, 1b]
I-10
|
33689 |
met steengruis verharde weg |
kiezel:
kīzǝl (L414p Houthalen),
kiezelweg:
kizǝlwęi̯x (L414p Houthalen)
|
In vraag L 24, 28b werd uitdrukkelijk gevraagd naar een naam voor de weg die met steengruis was bedekt. De woordtypen koolassenweg, assenweg e.a. wijzen op een andere bedekking dan steengruis. Macadam is een recentere vorm van een wegdeklaag. [L 24, 28b]
I-8
|
22793 |
met vuur spelen |
bet vuur spelen:
bə vy(3)̄r spēlə ɛs prɛ̄kəl (L414p Houthalen),
bə vy(3)̄r spēlə ɛs prɛ̄kəløs (L414p Houthalen),
met vuur spelen:
met vuur spelen es gevaarlijk (L414p Houthalen)
|
Met vuur spelen is gevaarlijk. [ZND 37 (1941)]
III-3-2
|
31434 |
metaalbeugelzaag |
ijzerzeeg:
ęjzǝrzijx (L414p Houthalen)
|
Handzaag voor metaal waarbij het blad in een ijzeren beugel is gespannen. Zie ook afb. 136. [N 33, 250; N 33, 330; N 53, 10; N 64, 2a-b; monogr.]
II-11
|
31394 |
metaalrasp, tinvijl |
rasp:
rasp (L414p Houthalen)
|
Vijl met enkele vijlkap voor het bewerken van (zachte) metalen. Het blad van de metaalrasp kan verschillende vormen hebben zoals plat en recht óf plat en boogvormig. Zie ook afb. 109. De metaalrasp wordt ook wel met de termen tinvijl, loodvijl en zinkvijl aangeduid (vgl. Van Houcke, pag. 817, s.v. vijl). [N 33, 98; N 64, 53e-f; N 66, 21d]
II-11
|