e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L414p plaats=Houthalen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verkoudheid kou: giēͅə zølt nə kā oͅpduən (Houthalen), giēͅə zølt nə kā pakə (Houthalen), ich hem n kaa gepakt op mijn borst (Houthalen), verkoudheid: ech həp ən vərkāthət opjəduōͅwn (Houthalen) ge zult een kou vatten [ZND 34 (1940)] || ik ben verkouden [ZND 34 (1940)] || Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)] III-1-2
verloopsok reductie: rǝdøksi (Houthalen) Sok die dient om pijpen van ongelijke diameter met elkaar te verbinden. Zie ook afb. 266. [N 64, 118c] II-11
vernis vernis: fǝrnes (Houthalen) Bij kamertemperatuur vloeibare massa, die in dunne lagen over voorwerpen wordt gestreken en daarop een doorschijnende, tegen de invloed van lucht en water beschermende bedekking vormt. Vernis bestaat uit een oplossing van harsen in lijn- of terpentijnolie of andere oplosmiddelen. [N 67, 21a; monogr.] II-9
vernissen vernissen: vǝrnesǝ (Houthalen) Met vernis bestrijken. Een dunne laag uitgestreken vernis droogt op tot een glanzende, doorschijnende laag. Vernis kan zowel gebruikt worden als bescherming voor onderliggende verflagen als ter verfraaiing. [N 67, 66b; monogr.] II-9
verpulveren verpulveren: verpulveren (Houthalen), vərpəlvərə (Houthalen) tot poeder maken of worden [miezelen, verpulveren] [N 91 (1982)] III-4-4
vers malse: malsǝ (Houthalen) Men noemt de bloem "vers" wanneer ze nog niet oud genoeg is. [N 29, 16] II-1
verschalen zuur worden: zoer weurde (Houthalen) verschalen [ZND 06 (1924)] III-2-3
verschieten afschieten: āāfschiëte (Houthalen), āfsxītə (Houthalen) anders worden van kleur door het (zon)licht, gezegd van bijv. kledingstukken [verschieten, afgaan] [N 91 (1982)] III-4-4
verschijning verschijning: verschijning krijge (Houthalen) Een verschijning hebben/krijgen. [N 96D (1989)] III-3-3
versieren (met bloemen) sieren: siere (Houthalen) Het versieren van de straten op de dag(en) vóór de processie [tsere]. [N 96C (1989)] III-3-2