e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L414p plaats=Houthalen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vonk geinster: genstər (Houthalen) Brandend of gloeiend deeltje dat ergens afvliegt (kester, vonk, geinster, sprankel, kleister) [N 79 (1979)] III-2-1
voor de gek houden kullen: imant kølə (Houthalen) iemand foppen [ZND B1 (1940sq)] III-1-4
voorbidden voorbeden: veurbieeje (Houthalen) Voorbidden. [N 96B (1989)] III-3-3
voorgeborchte voorgeborchte: veurgebarchte (Houthalen) Het voorgeborchte van de hel [vörgebörchte]. [N 96D (1989)] III-3-3
voorgevel buitenmuur: bǫwtǝ[muur] (Houthalen) De muur die de voorzijde van het bouwwerk vormt. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(muur)' het lemma 'Muur'. [N 31, 33a; monogr.] II-9
voorhamer voorhamel: vø̄rhāmǝl (Houthalen), vø̜rhāmǝl (Houthalen) Zware ijzeren hamer met een lange steel die wordt gebruikt om breuksteen stuk te slaan. Zie ook afb. 13. [N 30, 18c] || Zware, ijzeren hamer met lange steel die met beide handen vastgehouden wordt. De pen van deze hamer staat meestal dwars ten opzichte van de steel. Zie ook afb. 35 en 36. Volgens het Tungelroys woordenboek (pag. 245) en het Tongers woordenboek (pag. 661) werd de voorhamer gebruikt bij het grove en zware werk. [N 33, 69; N 64, 40h; N 66, 26; L B2, 233; monogr.] II-11, II-9
voorhoofd ster: ster (Houthalen), voorhoofd: de ōāren van ze veurhut (Houthalen) de aderen van zijn voorhoofd [ZND 19 (1936)] || ster (voorhoofd) [ZND 07 (1924)] III-1-1
voorhuid vel: vel (Houthalen) voorhuid van de penis [N 10c (1995)] III-1-1
voorjaarshoning voorjaarshoning: vørjǭrshōneŋ (Houthalen) Soort honing die uit de nectar van voorjaarsbloesem, vooral fruitbloesem, is bereid. [N 63, 112a; Ge 37, 129; monogr.] II-6
voorknie knie: knęi̯ (Houthalen) Knie van een voorbeen. Zie afbeelding 2.22. [JG 1a, 1b; N 8, 32.5, 32.9, 32.10 en 32.11] I-9