21345 |
fluisteren |
fezelen:
Van Dale: fiezelen, (gew.) fezelen.
fiezelen (L414p Houthalen)
|
fluisteren [ZND 30 (1939)]
III-3-1
|
22123 |
fluiten naar de duiven |
fluiten:
fleuten (L414p Houthalen, ...
L414p Houthalen)
|
Hoe noemt U het fluiten naar de duiven? [N 93 (1983)] || Hoe zegt men: het roepen van de duiven? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
28760 |
fluweel, velours |
velours:
fǝlūr (L414p Houthalen)
|
Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.]
II-7
|
34307 |
fokbeer |
beer:
biǝr (L414p Houthalen)
|
Mannelijk varken waarmee men fokt. [N 76, 9; N 19, 7; monogr.]
I-12
|
33755 |
fokmerrie |
kweekmerrie:
kwē.kmē.ri (L414p Houthalen)
|
Een merrie geschikt voor de kweek of die één of meer veulens gehad heeft. Een kweekmeer werkt niet (Q 168), terwijl een veulensmeer ook in de kar loopt (Q 77). In tegenstelling tot een veulensmeer is een kweekmeer gewoonlijk drachtig. Kleinere boeren zorgen ervoor een veulensmeer te hebben, die jaarlijks een veulen werpt, waardoor elk jaar een aanspanner ter beschikking staat. [JG 1a, 1b; N 8, 50b]
I-9
|
34312 |
fokzeug |
baggenzoog:
bagǝzō.x (L414p Houthalen)
|
Zeug die men houdt om biggen te winnen. [JG 1a, 1b; N M, 22 add.; monogr.]
I-12
|
21559 |
fooi |
drinkgeld:
dreŋkgelt (L414p Houthalen),
fooi:
na een dienst
fooi (L414p Houthalen)
|
fooi [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|
21556 |
fortuin maken |
fortuin maken:
hijje zaal fortun maken (L414p Houthalen),
zich rijk maken:
hiēͅ zal əm rēͅk makə (L414p Houthalen)
|
Fortuin. [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|
33528 |
framboos |
hennenbeer:
heͅnəbēr (L414p Houthalen),
"Lillo" in de nabijheid van Houthalen
hinnebere (L414p Houthalen)
|
framboos [ZND 34 (1940)]
I-7
|
24084 |
franciscaan |
bruine pater (lat.):
bruine poater (L414p Houthalen)
|
Een Franciscaan of Minderbroeder [bruine pater, de Broune, Minnebroor, broene paater]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|